Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
10
Bedieningspaneel
1 Keyboard
De MOTIF XF6 beschikt over een keyboard met 61 toetsen.
De MOTIF XF7 heeft 76 toetsen en MOTIF XF8 heeft
88 toetsen. Alle keyboards zijn voorzien van
aanslaggevoeligheid (zowel initial touch als aftertouch).
Via initial touch wordt door het instrument gedetecteerd hoe
hard of zacht uw aanslag is, waarna deze aanslagsterkte
wordt gebruikt om het geluid op diverse manieren te
beïnvloeden, afhankelijk van de geselecteerde voice.
Via aftertouch wordt door het instrument gedetecteerd
hoeveel druk u op de toetsen uitoefent tijdens het spelen,
waarna deze druk wordt gebruikt om het geluid op
verscheidene manieren te beïnvloeden, afhankelijk van
de geselecteerde voice.
Daarnaast kunt u aan aftertouch een groot aantal
verschillende functies toewijzen voor elke voice.
2 Pitchbendwiel
Hiermee regelt u het pitchbendeffect. U kunt ook andere
functies toewijzen aan deze regelaar.
3 Modulatiewiel
Hiermee regelt u het modulatie-effect. U kunt ook andere
functies toewijzen aan deze regelaar.
4 Lintcontroller
Deze controller is aanslaggevoelig en wordt bediend door
de vinger zijwaarts licht over het oppervlak te laten gaan.
U kunt ook andere functies toewijzen aan deze regelaar.
5 Toewijsbare functieknoppen
Volgens de instellingen van de modus XA (Expanded
Articulation) in de modus Voice Element Edit kunt u
specifieke elementen oproepen van de geselecteerde voice
door op deze knoppen te drukken tijdens het keyboardspel.
U kunt ook andere functies toewijzen aan deze knoppen.
6 MASTER VOLUME (pagina 17)
Verplaats de schuif omhoog om het uitgangsniveau van
de OUTPUT L/R-aansluitingen en de PHONES-aansluiting
te verhogen.
OPMERKING Het MASTER VOLUME is niet van invloed op het volume
van de audiosignaaluitvoer van de DIGITAL OUT-
aansluiting en IEEE1394-aansluiting van de optionele
FireWire-uitbreidingskaart (indien geïnstalleerd).
7 Knoppen (pagina 25)
Met deze acht uiterst veelzijdige knoppen kunt u diverse
aspecten of parameters van de huidige voice aanpassen.
Met de knoppen [SELECTED PART CONTROL] en [MULTI
PART CONTROL] kunt u de functie wijzigen die is
toegewezen aan een knop.
8
[SELECTED PART CONTROL], knop (pagina 25)
Als u op deze knop drukt, worden de functies gewijzigd die
zijn toegewezen aan de acht knoppen. Het lampje naast de
momenteel actieve parameters licht op. In de modus Voice
wordt de functie van elke knop toegepast op de huidige
voice. In de modus Performance wordt de functie van elke
knop alleen toegepast op de geselecteerde partij of op alle
partijen, afhankelijk van de instelling. In de modus Song/
Pattern wordt de functie van elke knop alleen toegepast op
de geselecteerde partij.
Regelaars en functies
C1E0 F0 G0 A0 B0C0 D0A-1 B-1 C2
C3
1
23
4
6
(
^
7
8
9
)
&
!
@
$
*
#
%
5