Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
12
Regelaars en functies
$ [MASTER EFFECT], knop
Als deze knop wordt ingedrukt (het lampje brandt) wordt
het Master Effect toegepast op het totaalgeluid van dit
instrument. Houd de knop [MASTER EFFECT] ongeveer
twee seconden ingedrukt om de display met instellingen
voor het Master Effect te openen.
% OCTAVE [UP] en [DOWN], knoppen
Gebruik deze knoppen om het nootbereik van het keyboard
in te stellen. Om de normale octaafinstelling te herstellen,
drukt u gelijktijdig op beide knoppen.
^ SEQ TRANSPORT, knoppen (pagina 17)
Met deze knoppen regelt u het opnemen en afspelen van
de song-/patroonsequencedata.
[T] (Top), knop
Hiermee keert u terug naar het begin van de huidige
song of het huidige patroon (d.w.z. de eerste tel van
de eerste maat).
[G] (Reverse), knop
Druk kort in om één maat tegelijk terug te spoelen
of houd ingedrukt om continu terug te spoelen.
[H] (Forward), knop
Druk kort in om één maat tegelijk vooruit te spoelen
of houd ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
[I] (Record), knop
Druk op deze knop om opnemen in te schakelen
(song of patroonfrase). (De indicator licht op.)
[J] (Stop), knop
Druk hierop om het opnemen of afspelen te stoppen.
[R] (Play), knop
Druk op deze knop om het afspelen vanaf het huidige
punt in de song of het patroon te starten. Tijdens het
opnemen en afspelen knippert de indicator in het
actuele tempo.
& LCD-display (pagina 17)
Op de grote LCD-display met achtergrondverlichting worden
de parameters en waarden weergegeven die betrekking
hebben op de huidige geselecteerde handeling of modus.
* [F1]–[F6] (Function), knoppen (pagina 19)
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept
u de desbetreffende functies op die op de display worden
aangegeven.
( [SF1]–[SF6] (Sub Function), knoppen
(pagina 19)
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept
u de desbetreffende subfuncties op die op de display
worden aangegeven. Met deze knoppen kunt u ook het
arpeggiotype oproepen in bepaalde displays van de modus
Play, Edit en Record. Deze knoppen kunnen ook worden
gebruikt als Scene-knoppen in de modus Song Play/Song
Record/Pattern Play/Pattern Record.
A Datadraaiknop (pagina 19)
Hiermee bewerkt u de momenteel geselecteerde parameter.
Als u de waarde wilt verhogen, draait u de knop rechtsom
(met de klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de
knop linksom (tegen de klok in). Als een parameter met een
groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in
grotere stappen wijzigen door de knop snel te draaien.
B [INC/YES], knop (pagina 19)
Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter. Met deze knop kunt u ook
een job- of opslaghandeling uitvoeren.
C [DEC/NO], knop (pagina 19)
Hiermee verlaagt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter. Met deze knop kunt u ook
een job- of opslaghandeling annuleren.
OPMERKING U kunt de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] ook
gebruiken om snel in stappen van tien eenheden door
parameterwaarden te bladeren. Dit is met name handig
bij parameterwaarden met een groot bereik. Houd
hiervoor een van de knoppen (overeenkomstig de
gewenste richting) ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de andere knop. Als u bijvoorbeeld snel vooruit wilt
gaan, houdt u de knop [INC/YES] ingedrukt en drukt
u tegelijkertijd op de knop [DEC/NO].
D Cursorknoppen (pagina 19)
Met de cursorknoppen kunt u de cursor verplaatsen op het
scherm van de LCD-display en de diverse parameters
markeren en selecteren.
E [EXIT], knop
De menu' s en displays van de MOTIF XF zijn hiërarchisch
geordend. Druk op deze knop om de huidige display
te sluiten en terug te gaan naar het vorige niveau in
de hiërarchie.
F [ENTER], knop
Gebruik deze knop om een getal in te voeren tijdens het
selecteren van een geheugen of bank voor de voice
of performance. Gebruik deze knop ook om een job-
of opslaghandeling uit te voeren.
G MODE, knoppen (pagina 21)
Met deze knoppen selecteert u de werkingsmodi van
de MOTIF XF (bijvoorbeeld de modus Voice).
H Bank, knoppen (pagina 22)
Met elk van deze knoppen selecteert u een voice- of
performancebank. Als de knop [CATEGORY SEARCH] wordt
ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken om de
hoofdcategorie te selecteren (deze wordt vermeld onder
elke knop). Als de knop [TRACK] is ingeschakeld in de
modus Pattern, kunt u met deze onderste knoppen ook
de gewenste sectie selecteren in I - P.
I Groepsknoppen [A]–[H] (pagina 22)
Met elk van deze knoppen selecteert u een voice- of
performancegroep. Als de knop [CATEGORY SEARCH]
is ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken om de
subcategorie te selecteren. Als de knop [TRACK] is
ingeschakeld in de modus Pattern, kunt u met deze knoppen
ook de gewenste sectie selecteren in A - H.
J Nummerknoppen [1]–[16] (pagina 22)
De werking van deze knoppen is afhankelijk van de aan/uit-
status van de knoppen [TRACK], [MUTE], [SOLO] en
[PERFORMANCE CONTROL].