Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
15
Regelaars en functies
9 FOOT SWITCH-aansluitingen
Voor het aansluiten van een optionele FC3-/FC4-/FC5-
voetschakelaar op de aansluiting SUSTAIN en een optionele
FC4-/FC5-voetschakelaar op de aansluiting ASSIGNABLE.
Als de voetschakelaar is verbonden met de aansluiting
SUSTAIN, wordt de sustain geregeld via de schakelaar.
Als de voetschakelaar is verbonden met ASSIGNABLE, kan
met de schakelaar een van de diverse toe te wijzen functies
worden geregeld. De functietoewijzing kan ook worden
ingesteld in de mode Voice Edit.
Zie voor meer informatie het onderdeel over de modus Voice
in de Naslaggids.
) FOOT CONTROLLER-aansluitingen
Een optionele voetregelaar (FC7 en FC9) aansluiten. Met
elke aansluiting kunt u continu een van de diverse toe te
wijzen functies regelen, zoals volume, toon, toonhoogte en
andere aspecten van het geluid. De functietoewijzing kan
ook worden ingesteld in de mode Voice Edit.
Zie voor meer informatie het onderdeel over de modus Voice
in de Naslaggids.
! ASSIGNABLE OUT L en R-aansluitingen
Via deze steekplugaansluitingen (1/4-inch monosteekplug)
worden de lijnniveau-audiosignalen van het instrument
uitgevoerd. Deze uitvoer verloopt onafhankelijk van de
hoofduitvoer (via de hierna beschreven aansluitingen
L/MONO en R) en kan vrij worden toegewezen aan ongeacht
welke drumvoicetoets of de partijen. Hierdoor kunt
u specifieke voices of geluiden routen om deze te bewerken
met uw favoriete externe effectapparaat. U kunt de volgende
partijen toewijzen aan deze aansluitingen:
Audio Part in de modus Voice
De drumvoicetoets waaraan het drum- of percussie-
instrument is toegewezen
Elke partij van een performance*
Elke partij van een song*
Elke partij van een patroon*
* Inclusief de audio-invoerpartij
De toewijzing van partijen kan worden ingesteld via de parameter
Output Select. Zie voor details de Naslaggids.
@ OUTPUT L-/MONO- en R-aansluitingen
Via deze steekplugaansluitingen worden de lijnniveau-
audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer gebruikt
u alleen de aansluiting L/MONO.
# PHONES-aansluiting (hoofdtelefoon)
(pagina 16)
Met deze standaard-stereotelefoonaansluiting kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
$ A/D INPUT-aansluitingen (pagina 47)
Via deze telefoonaansluiting kunnen externe audiosignalen
worden ingevoerd.
(1/4 inch monotelefoonaansluiting). U kunt diverse
apparatuur, zoals een microfoon, gitaar, basgitaar, cd-speler
of synthesizer verbinden met deze aansluitingen en de
bijbehorende audio-invoersignalen laten klinken als de
Audio-partij van de voice, performance, song of het patroon.
In de modus Sampling (pagina 47) worden deze
aansluitingen gebruikt voor het vastleggen van audiodata
als sample. Daarnaast kunt u de speciale Vocoder-functie
gebruiken door een microfoon aan te sluiten op deze
L-aansluiting en uw voice in te voeren naar de microfoon.
Gebruik 1/4 inch monotelefoonaansluitingen. Voor
stereosignalen (zoals van audioapparatuur) gebruikt u beide
aansluitingen. Voor monosignalen (zoals van een microfoon
of gitaar) gebruikt u alleen de L-aansluiting.
% GAIN, knop (pagina 50)
Hiermee past u de ingangsversterking van de audio aan
in de aansluitingen A/D INPUT (zie het vorige gedeelte).
Afhankelijk van het aangesloten apparaat (microfoon,
cd-speler enzovoort) moet deze instelling mogelijk worden
aangepast om een optimaal niveau te bereiken.
7 #%89)!@ $