Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
31
Tijdens het experimenteren en spelen met arpeggio's in de modus Performance komt u misschien ritmepatronen en frases
tegen die u leuk vindt en die u wilt opslaan om ze later te gebruiken. De beste en gemakkelijkste manier om deze vast te leggen
is door uw keyboardspel op te nemen naar een song of patroon.
Performance-opnamestructuur
Met de functie Performance Record wordt uw keyboardspel
voor Part 1-4 opgenomen naar respectievelijk track 1-4 van
de song/het patroon. Bewerkingen met regelaars/knoppen,
het afspelen van arpeggio's en uw keyboardspel in de
modus Performance kunnen als MIDI-gebeurtenissen
worden opgenomen naar de opgegeven track.
De melodie en afgespeelde
arpeggio opnemen naar de song
Als de song is geselecteerd als doel van de
performanceopname, kunt u uw keyboardspel met de
arpeggio opnemen zonder u zorgen te maken over
maatbeperkingen of onvoldoende opnameruimte. Het is
bijvoorbeeld een goed idee om uw keyboardspel op te
nemen terwijl u verschillende arpeggiotypen oproept en
vervolgens waar nodig de song te bewerken. U kunt de
recorder zelfs laten lopen terwijl u improviseert en de
opname vervolgens afluisteren en met de beste gedeelten
de uiteindelijke song maken. Voer een opname uit volgens
de instructies hieronder.
1 Selecteer in de modus Performance Play een
performance voor de opname.
2 Druk op de knop [ARPEGGIO ON/OFF] zodat
het lampje oplicht.
3 Druk op de knop [] (Record) om de display
Performance Record op te roepen.
4 Stel in de display Performance Record de
volgende parameters naar wens in.
1 Sequencer Mode = 'song'
Als u deze parameter instelt op 'song', kunt u uw eigen
keyboardspel opnemen naar de song.
2 Songnummer
Selecteer een doelsong. Als u Performance Recording
uitvoert, worden alle eerder opgenomen data van de
opgegeven song overschreven en gewist. Zorg dat u een
song selecteert die geen data bevat.
3 Time Signature = '4/4'
Stel hier dezelfde waarde in als die voor het arpeggiotype.
De standaardinstelling is '4/4'.
4 Tempo
Stel het gewenste tempo voor de metronoom en de
arpeggio in voor de opname.
5 Key On Start Switch = (on)
Als dit is ingesteld op 'on' begint de opname zodra u op een
toets op het keyboard drukt. Stel deze parameter in op 'on'
als u de arpeggion gebruikt.
OPMERKING
geeft de status 'off' aan, terwijl de status
'on' aangeeft.
6 Copy Performance Parameters = on
Plaats een vinkje als u de parameterinstellingen voor
Part 1-4 wilt kopiëren van Performance Part 1-4 van de
Song Mixing.
7 Klik op O (on)
Druk op de knop [F5] Click om de metronoom aan te zetten
als u de metronoom wilt gebruiken.
5 Druk op een willekeurige noot om de opname
te starten.
Speel op het keyboard in de maat van de metronoom.
U kunt het type en de instellingen van de arpeggio wijzigen
door tijdens de opname op de knoppen [SF]–[SF5] te
drukken.
6 Druk op de knop [] (Stop) om de opname
te stoppen en terug te keren naar de display
Performance Play.
Opnemen in de modus Performance
Partij 1
Partij 2
Partij 3
Partij 4
Track 1
Track 2
Track 3
Track 4
Opnemen
Spelen in de modus
Performance
Song/patroon
1
2
3
4
5
6
7