Operation Manual
Een normale voice bewerken
MOTIF XS-gebruikershandleiding
100
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Naslagwerk
) Key Assign Mode
Als deze parameter op 'single' wordt ingesteld, wordt dubbel 
afspelen van dezelfde noot voorkomen. Dit is handig wanneer 
twee of meer 'exemplaren' van dezelfde noot vrijwel tegelijker-
tijd worden ontvangen, of zonder een bijbehorende noot-uit-
boodschap. Als u elk exemplaar van dezelfde noot wilt laten 
afspelen, stelt u deze parameter in op 'multi'. 
Instellingen: single, multi
single
Als er bij de instelling 'single' een dubbele weergave van dezelfde noot 
wordt ontvangen door de interne toongenerator, wordt de eerste noot 
gestopt en klinkt de volgende noot. 
multi
Als er bij de instelling 'multi' een dubbele weergave van dezelfde noot 
wordt ontvangen door de interne toongenerator, klinken beide noten 
gelijktijdig.
! Portamento Switch*
Hiermee wordt bepaald of er portamento op de huidige voice 
wordt toegepast of niet. 
Instellingen: on, off
@ Portamento Time*
Bepaalt de toonhoogteovergangstijd als portamento wordt toe-
gepast. Het effect van de parameter is verschillend en afhan-
kelijk van de instellingen van de Portamento Time Mode ($).
Hogere waarden resulteren in een langere toonhoogtewijzi-
gingstijd.
Instellingen: 0 – 127
# Portamento Mode
Bepaalt hoe portamento op uw toetsenspel wordt toegepast. 
Instellingen: fingered, fulltime
fingered
Portamento wordt alleen toegepast als u legato speelt (de volgende 
noot speelt voordat u de voorgaande noot loslaat). 
fulltime
Portamento wordt op alle noten toegepast. 
$ Portamento Time Mode
Bepaalt hoe de toonhoogte in de tijd verandert. 
Instellingen: rate1, time1, rate2, time2
rate1
De toonhoogte verandert met de aangegeven snelheid (rate). 
time1
De toonhoogte verandert in de aangegeven tijd (time). 
rate2
De toonhoogte verandert met de aangegeven snelheid (rate) binnen 
een octaaf. 
time2
De toonhoogte verandert in de aangegeven tijd (time) binnen een 
octaaf.
% Portamento Legato Slope
Als Mono/Poly is ingesteld op 'mono', kan legato spelen een 
onnatuurlijke attack geven, afhankelijk van de aan de gese-
lecteerde voice toegewezen waveform. Om een dergelijk 
probleem op te lossen, kunt u deze parameter gebruiken om 
de attack van de voice aan te passen. Normaal gesproken 
zou dit op een lage waarde voor waveforms met korte attack-
tijden worden ingesteld, en moet het hoog worden ingesteld 
voor waveforms met langere attacktijden. 
Instellingen: 0 – 7
Via deze display kunt u de regelfuncties voor de draaiknoppen 
instellen en het op-neerbereik voor het pitchbendwiel. 
1 Knob Control Assign
Bepaalt welk lampje van TONE 1, TONE 2 en ARP FX wordt 
aangezet als er een voice wordt geselecteerd. Deze instelling 
kan per voice worden opgeslagen. 
Instellingen: tone1, tone2, ARP FX
2 Assign 1 Value
3 Assign 2 Value
Geeft het niveau aan van de draaiknoppen met het bijschrift 
'ASSIGN 1' en 'ASSIGN 2' op het moment dat de voice wordt 
geselecteerd terwijl het lampje van TONE 1 aan is. De aan de 
draaiknoppen toegewezen functies worden respectievelijk 
rechts van de waarden aangegeven. 
Instellingen: -64 – +0 – +63
n De aan de draaiknoppen ASSIGN 1/2 toegewezen functies 
kunnen worden ingesteld in de display Controller Set 
(pagina 104). 
4 A. Function 1 Mode 
(Assignable Function 1 Mode)
5 A. Function 2 Mode 
(Assignable Function 2 Mode)
Bepaalt of de functies van de ASSIGNABLE FUNCTION-
knoppen [1] en [2] werken als een omschakelaar (latch) of 
momentschakelaar (momentary). Bij de instelling 'latch' 
wijzigt drukken op de knop de lampstatus tussen aan en uit. 
Bij de instelling 'momentary' is het lampje alleen aan op het 
moment dat de knop ingedrukt wordt gehouden. 
Instellingen: momentary, latch
6 Ribbon Mode (Ribbon Controller mode)
Bepaalt hoe de ribboncontroller reageert als deze wordt los-
gelaten. Bij de instelling 'reset' zorgt loslaten van de ribbon-
controller automatisch dat er terug wordt gegaan naar de 
middenwaarde. Bij de instelling 'hold' (vasthouden) blijft bij 
het loslaten van de ribboncontroller de waarde van het laatste 
contactpunt gehandhaafd. 
Instellingen: hold, reset
Overige instellingen: [SF3] Other
1
2
3
4
5
6










