Operation Manual
Een performance bewerken
MOTIF XS-gebruikershandleiding
146
Modus Voice Mouds Song Modus Pattern Mixing mode Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Naslagwerk
n Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST op de tab van de knop [SF6]. Als dat het
geval is kunt u het overzicht oproepen door op de knop
[SF6] LIST te drukken en kunt u vervolgens het gewenste
item in het overzicht selecteren. Raadpleeg voor details
pagina 82.
1 Switch
Bepaalt of het mastereffect wel of niet op de geselecteerde
performance wordt toegepast. U kunt deze aan of uit zetten
door op de knop [MASTER EFFECT] op het bedienings-
paneel te drukken.
Instellingen: on, off
2 Type
Selecteert een effecttype. Details over de effecttypen worden
beschreven op pagina 70.
Instellingen: Raadpleeg het effecttypeoverzicht in het afzonderlijke
boekje Data List.
3 Preset
U kunt verschillende parameters instellen om te bepalen hoe
het geluid wordt beïnvloed door het geselecteerde effecttype.
Via deze parameter kunt u voorgeprogrammeerde instellingen
van deze effectparameters oproepen.
4 Effect Parameters
Het aantal beschikbare parameters en waarden varieert
afhankelijk van het op dat moment geselecteerde effecttype.
Raadpleeg voor meer informatie over de effectparameters
pagina 73. Raadpleeg voor informatie over de parameters
van elk effecttype het afzonderlijke boekje Data List.
Via deze display kunt u vijfbands-toonregeling toepassen op
alle parts van de geselecteerde performance.
1 Shape
Hier kunt u kiezen uit de twee equalizervormen: shelving of
peaking. Deze parameter is beschikbaar voor Low en High.
Instellingen: shelv, peak
shelv (shelvingtype)
Met dit type EQ-vorm kunt u het signaal verzwakken of versterken bij
frequenties boven of onder de opgegeven frequentie-instelling.
peak (peakingtype)
Met dit type EQ-vorm kunt u het signaal verzwakken of versterken bij
de opgegeven frequentie-instelling.
2 Frequency
Bepaalt de middenfrequentie. Frequenties rond dit punt worden
verzwakt of versterkt via de instelling Gain (versterking) onder.
Instellingen:
Low
Als Shape is ingesteld op 'shelv': 32Hz – 2.0kHz
Als Shape is ingesteld op 'peak': 63Hz – 2.0kHz
Lo-Mid, Mid, Hi-Mid
100 Hz – 10.0 kHz
High
500 Hz – 16.0 kHz
3 Gain
Bepaalt de niveauversterking van de frequentie (hierboven
ingesteld), of de mate waarin de geselecteerde frequentie-
band wordt verzwakt of versterkt.
Instellingen: -12dB – +0dB – +12dB
Mastereffectinstellingen: [SF2] MasterFX
Master-EQ-instellingen: [SF3] MasterEQ
1
2
3
4
1
2
3
4
Low HighHi-MidMidLo-Mid
–
+
0
Gain(versterking)
Q (frequentiebandbreedte)
5 banden
Frequentie
–
+
0
–
+
0
Versterking (gain)
EQ Low
Frequentie
Versterking
EQ High
Frequentie
Frequentie Frequentie
–
+
0
Versterking (gain)
Frequentie
Frequentie










