Operation Manual

MOTIF XS-gebruikershandleiding
178
Modus Voice Modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Naslagwerk
Song afspelen
In de modus Song kunt u uw eigen originele songs opnemen, bewerken en afspelen. De modus Song Play is de 'ingang'
van de modus Song, en hier kiest u en speelt u een song af. Sommige songinstellingen, zoals het ritmische gevoel, kunnen
ook in deze modus bewerkt worden. Om de display Song Play op te roepen en de modus Song te activeren, drukt u gewoon
op de knop [SONG].
n Bij de display Track View in de modus Song Play kunt u de voice voor de mixingpart van de huidige track selecteren, door op de knop
[CATEGORY SEARCH] te drukken.
Procedure song afspelen
1
Druk op de knop [SONG] om de modus Song
Play te activeren.
Deze handeling roept de display Track View in de modus
Song Play op.
2 Selecteer een song.
Verplaats de cursor naar het songnummer, selecteer
vervolgens de gewenste song met de datadraaischijf,
knoppen [INC/YES] en [DEC/NO]. De naam van de
geselecteerde song wordt weergegeven.
n Als u op de knop [PROGRAM] drukt, zodat zijn lampje
oplicht, kunt u de gewenste song selecteren met de
groepknoppen [A] – [D] en de nummerknoppen [1] –
[6]. Dit zijn de songnummers en hun corresponderende
knoppen.
3 Druk op de knop [F] (afspelen) om de
geselecteerde song te starten.
Als het afspelen van de geselecteerde song klaar is stopt
de song automatisch.
Druk op de knop [
J] (stoppen) om het afspelen van de
song te stoppen. Druk nogmaals op de knop [
F]
(afspelen) om verder af te spelen vanaf dit punt.
Afspeeltypen
Om het afspelen van de song te starten vanaf een punt in de
song, stelt u de gewenste positie in door de onderstaande
regelaar te gebruiken en vervolgens op de knop [
F]
(afspelen) te drukken. Deze handelingen kan ook worden
uitgevoerd tijdens het afspelen.
Als de song niet correct wordt afgespeeld:
Houd in gedachte dat het starten van een song vanaf een
punt in de song afspeelproblemen kan veroorzaken, zoals het
verkeerde geluid, onjuiste toonhoogte of onverachte volume-
veranderingen. Dit kan gebeuren doordat de MIDI-events die
aan het begin van de song zijn opgenomen, niet door de
toongeneratorsectie zijn herkend, aangezien het afspelen
vanaf een ander punt in de song is begonnen, met andere
MIDI-events Om dit te voorkomen stelt u de parameter Song
Event Chase (4) in op 'PC+PB+Ctr'of 'all' in de display Other
(pagina 271) van Sequencer Setup (opgeroepen via de knop
[SEQ SETUP]). Met deze instelling wordt de song correct
afgespeeld, zelfs als u vanaf een punt in de song begint met
afspelen.
Bepaalde maatnummers aan de locaties 1 en
2 toewijzen
Om bepaalde maatnummers aan de locaties 1 en 2 toe te
wijzen, selecteert u het gewenste maatnummer en drukt u op
de knop [
G]/[H] (terugspoelen/vooruitspoelen) terwijl u de
knop [STORE] ingedrukt houdt. Deze instelling wordt boven
in de display weergegeven.
Via deze display kunt u de positie van het songafspelen
wijzigen door de onderstaande handelingen te volgen.
Knopcombinaties Songnummer
[A]+[1] – [16] 01 – 16
[B]+[1] – [16] 17 – 32
[C]+[1] – [16] 33 – 48
[D]+[1] – [16] 49 – 64
Songnummer Songnaam
LOCATE 1 2
SEQ TRANSPORT
Afspelen vanaf een punt in de song
Vooruitspoelen
Druk op de knop [
H
] (vooruitspoelen).
Snel vooruitspoelen Houd de knop [H] (vooruitspoelen)
ingedrukt.
Terugspoelen
Druk op de knop [
G
] (terugspoelen).
Snel terugspoelen Houd de knop [G] (terugspoelen)
ingedrukt.
Ga naar het begin van de
song
Druk op de knop [N].
Ga naar locatie 1
Druk op de knop [
G
] (terugspoelen)
terwijl u de knop [
N
] ingedrukt houdt.
Ga naar locatie 2
Druk op de knop [
H
] (vooruitspoelen)
terwijl u de knop [
N
] ingedrukt houdt.
Locatie 1 Locatie 2