Operation Manual

Patroon afspelen
MOTIF XS-gebruikershandleiding
216
Modus Voice modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
modus
Sampling 2
Naslagwerk
Deze jobhandeling overschrijft alle reeds in de bestemmingssong
bestaande data en de job Undo/Redo (pagina 223) kan na het
uitvoeren van deze job niet worden uitgevoerd. Het is verstandig
belangrijke data altijd weg te schrijven naar een usb-opslagappa-
raat dat is aangesloten op de aansluiting USB TO DEVICE of naar
een computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de
MOTIF XS (pagina 278).
[SF4] Insert
Via deze display kunt u een nieuw event in de patroonketen
invoegen. Druk na het instellen van de volgende parameters
op de knop [F6] Set of [ENTER] om het event daadwerkelijk in
te voegen.
1 Event Type
Bepaalt het eventtype dat wordt ingevoegd.
Instellingen: Time Signature, Section, end, Tempo Change, Track
Mute
end
Geeft de eindpositie van de patroonketen aan.
2 Invoeglocatie
Bepaalt de locatie waar het nieuwe event wordt ingevoegd.
Instellingen:
MEAS (maat): 001 – 999
BEAT (tel): 01 – 16 (afhankelijk van de maatsoort)
CLOCK: 000 – 479 (afhankelijk van de maatsoort)
3 Waarde van het geselecteerde eventtype
Bepaalt de waarde van het event dat wordt ingevoegd.
De beschikbare waarden verschillen afhankelijk van het
geselecteerd eventtype (
1
).
Instellingen:
Time Signature (maatsoort): 1/16 – 16/16, 1/8 – 16/8, 1/4 – 8/4
Section (sectie): A – P, end (eind van de data)
Tempowijziging: 005.0 – 300.0
Trackdemping: m (demping aan), leeg (demping uit)
[SF5] Delete
Wist het momenteel geselecteerde event. Deze knop is niet
beschikbaar als de cursor zich op het maatsoortevent, een
tempowijzigingen of aan het begin of eind van de data bevindt.
1 Selecteer een patroon in de display Chain Play.
Deze stap is nodig omdat elk patroon over zijn eigen
specifieke patroonketendata beschikt.
2 Druk op de knop [EDIT] om de display Chain
Edit op te roepen.
3 Bewerk de reeds opgenomen events.
Verplaats de cursor naar elk van parameters en stel
vervolgens de waarde in met de datadraaiknop of de
knoppen [INC/YES]- en [DEC/NO]. Gebruik de via de
knop [SF1] opgeroepen display View Filter om de
gewenste parameters makkelijker te kunnen vinden. U
kunt de via de knop [SF2] opgeroepen functie Copy
(kopiëren) gebruiken om de events van een bepaald
bereik baar een ander bereik te kopiëren.
Als u een event wilt verwijderen, verplaats dan de cursor
naar het event dat u wilt verwijderen en druk vervolgens
op de knop [SF5].
Als u een nieuw event wilt invoegen, drukt u op de knop
[SF4] om de display Insert op te roepen. Via deze display
kunt u events een voor een invoeren.
4 Zet de gecreëerde patroonketendata om naar
een song.
Door de via de knop [SF3] opgeroepen display Convert to
Song te gebruiken, kunt u de gecreëerde patroonketen-
data omzetten naar MIDI-sequencedata en de omgezette
data naar een aangegeven song kopiëren. Deze functie is
handig voor het snel maken van achtergrond- en begelei-
dingspart voor songdata.
5 Sla de gecreëerde patroonketendata op in het
interne gebruikersgeheugen.
Via het via de knop [STORE] opgeroepen venster Store,
kunt u het huidige patroon inclusief de gecreëerde
patroonketendata in het interne geheugen opslaan. Na
het opslaan van de patroondata, wordt de patroonketen
die deel uitmaakt van het patroon vastgehouden, zelfs als
u het instrument uitzet.
1 Druk bij de display Chain Edit op de knop [SF4]
Insert om het venster Insert op te roepen.
2 Geef het eventtype aan dat u wilt invoegen, het
invoegpunt (maat, tel, clock) en de parameter-
waarde van het event.
3 Druk op de knop [F6] Set om het aangegeven
event op de aangegeven locatie in te voegen.
U kunt doorgaan met nieuwe events invoegen aangezien het
venster Insert Event open blijft. Druk op de knop [ENTER]
om het event daadwerkelijk in te voegen en het venster
Insert Event te verlaten.
4 Druk op de knop [EXIT] als u terug wilt gaan
naar de display Chain Play.
Procedure patroonketen bewerken
PAS OP
1
2
3
Nieuwe events invoeren