Operation Manual
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
MOTIF XS-gebruikershandleiding
271
Modus Voice
Modus Song
Modus Pattern
Mixing mode
Modus Master
Modus Utility
Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Naslagwerk
1 Setup Number
Bepaalt het setupnummer. De parameterinstellingen van de 
geselecteerde setup worden rechts als nieuwe instellingen 
aangegeven (3).
Instellingen: 1 – 4
2 Huidige instellingen
Geeft de huidige instellingen van de gerelateerde parameters 
aan. Na het selecteren van een setup (1), die als nieuw 
instellingen rechts worden aangegeven (3), drukt u op de 
knop [ENTER] om de geselecteerde setup (1) daadwerkelijk 
op te roepen, die vervolgens als huidige instellingen worden 
aangegeven(2.
3 Nieuwe instellingen
Geeft de parameterinstellingen van de hiervoor geselec-
teerde setup aan (1).
Via deze display kunt u parameters instellen die gerelateerd 
zijn aan de modi Song en Pattern, zoals de timing van een 
patroonwijziging. 
n De instellingen hier hebben geen invloed op de modus 
Performance. 
1 Quantize
Bepaalt de quantizeringswaarde voor sectiewisseling (Patroon) 
tijdens het afspelen als u van sectie wisselt. Bij de instelling '1' 
worden de patronen (secties) altijd op de eerste tel van de 
volgende maat geschakeld tijdens afspelen, nadat u van 
sectie hebt gewisseld. Bij de instelling '1/16' kunnen de secties 
op elke 1/4 tel (1/16 noot) worden geschakeld tijdens het 
afspelen.
Instellingen: 1 (1 maat), 1/2 (halve noot), 1/4 (kwartnoot), 1/8 (1/8-
noot), 1/16 (1/16-noot)
2 Tempo Hold
Bepaalt of de tempo-instelling bij het selecteren van een nieuw 
patroon tijdens het afspelen wel of niet gebruik maakt van de 
tempowaarde die in elk patroon is opgeslagen. Bij de instelling 
'on' wordt het tempo vastgehouden als er van patroon wordt 
gewisseld. Bij de instelling 'off' wordt het nieuwe tempo gebruikt 
dat in het patroon is opgeslagen als er van patroon wordt 
gewisseld. Normaal gesproken staat dit op 'off'. 
Instellingen: on, off 
n De tempo-instellingsdata in de patroonketen worden niet 
beïnvloed door deze parameter. 
3 Load Mixing
Bepaalt of de mixinginstellingen wel (on) of niet (off) worden 
geladen als het song- of patroonnummer wordt gewijzigd. 
Normaal gesproken staat deze ingesteld op 'on'. 
Instellingen: on, off
n Als de parameter Load Mixing is ingesteld op 'off', hebben 
songwisselingen afkomstig van songketenafspelen geen 
invloed op de mixingsetup. 
4 Song Event Chase
Normaal gesproken als een song of patroon wordt afgespeeld 
vanaf het midden en/of snel vooruit- en achteruitspoelen wordt 
gebruikt, spelen sommige datatypen (zoals programma-
wijzigingen, pitchbend en besturingswijzigingen) wellicht niet 
af zoals u zou verwachten. Door hier een specifiek event in te 
stellen wordt het juist afspelen van dat event gewaarborgd, 
zelfs als er snel vooruit of achteruit wordt gespoeld. 
Instellingen: off, PC (programmawijzigingen), PC+PB+Ctrl 
(programmawijzigingen + pitchbend + 
besturingswijzigingen)
n Houd in gedachte dat instellingen anders dan 'off' kunnen 
resulteren in een langzamere werking, zoals bijvoorbeeld 
een pauze voordat het afspelen begint of lagere terugspoel- 
en snelvooruitspoelsnelheden. 
n Als dit wordt ingesteld op 'all' kan er een buitengewone 
hoeveelheid MIDI-data worden gegenereerd, wat mogelijk 
tot een MIDI-fout in het aangesloten apparaat kan leiden. 
1 Using internal 
sequencer
 (interne 
sequencer gebruiken)
Deze setup is handig als u de interne-
sequencerfunctie (song of patroon) 
zelfstandig gebruikt. 
2 Recording internal 
sequencer to 
computer (interne 
sequencer opnemen 
op computer)
Deze setup is handig als u de afspeel-
data van de song of het patroon naar 
een externe computer stuurt en deze 
opneemt in de software op de 
computer. 
3 Recording to 
computer (opnemen 
op computer)
Deze setup is handig als u uw toetsen-
spel wilt opnemen in software op de 
computer. 
4 Recording Arpeggio 
to computer 
(arpeggio opnemen 
op computer)
Deze setup is handig als u de afspeeld-
ata van het arpeggio naar een externe 
computer stuurt en deze opneemt in de 
software op de computer.
Overige instellingen voor de song en 
het patroon: [F4] Other
1
2
3
4










