Operation Manual
Startgids
Stap 5: Een patroon creëren
MOTIF XS-gebruikershandleiding
38
De patchdisplay van de demo-
patronen bekijken
Via de display Patch die u kunt oproepen via de knop [F4],
kunt u zien welke 'frase' er aan elke track van de patroon-
sectie is toegewezen.
Een 'frase' is een korte muzikale of ritmische passage die uit
een enkele track voor een enkel instrument bestaat, zoals
drum, bas of gitaar. Deze MIDI-sequencedata kunnen worden
gebruikt als kleine bouwblokken voor een song, en kunnen
worden toegewezen aan elke track en elke sectie. Een enkel
patroon heeft geheugenruimte voor 256 van uw eigen
originele gebruikersfrasen.
Zoals aangegeven in deze display wordende speeldata
opgenomen in de frase en vervolgens wordt de frase toege-
wezen aan de opnametrack. Merk op dat de gecreëerde
frase aan een andere track van dezelfde/andere sectie kan
worden toegewezen.
Probeer de frase voor elk van de tracks eens te wijzigen en
elke frase eens aan een lege track toe te wijzen.
n
Houd in gedachte dat er alleen frasen voor de demo-
patronen zijn gemaakt en dat het aantal beschikbare
frasen verschikt afhankelijk van het demopatroon. Als u
een frase wilt gebruiken die aan een ander patroon is
toegewezen, voer dan de functie Copy Phrase (frase
kopiëren) uit door de knop [SF5] COPY te gebruiken.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 212.
De mixingdisplay van de
demopatronen bekijken
Een mixing verwijst naar de instellingen voor de multitimbrale
toongenerator voor het afspelen van de patronen. Een mixing
bestaat uit 16 parts, die overeenkomen met de tracks, en in
deze display kunt u de verschillende aan de mixing gerela-
teerde parameters voor elk van de parts instellen. Druk bij de
display Pattern Play op de knop [MIXING] om de mixing-
display op te roepen waardoor u de mixinginstellingen voor
elk van de parts kunt controleren: Voice, volume, pan, enz.
We kunnen nu eens de mixparameters in de mixingdisplay
aanpassen.
1 Druk bij de display Pattern Play op de knop
[MIXING] om de modus Mixing te activeren.
De mixingdisplay verschijnt.
2 Om de gewenste part te selecteren drukt u op
de knop [TRACK] (het lampje licht op) en
vervolgens op de betreffende nummerknop
[1] - [16].
Selecteer hier de part die overeenkomt met de track
waaraan de frase is toegewezen.
n
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de
display Pattern Play als u wilt controleren aan welke
track de frase is toegewezen.
3 Verplaats de cursor naar bank en het nummer
en wijzig vervolgens de voice door de bank en
het nummer aan te geven.
Als u op de knop [PROGRAM] drukt (het lampje licht op),
kunt u de gewenste voice met de betreffende bank-
knoppen, groepknoppen en nummerknoppen selecteren.
4 Verplaats de cursor naar de gewenste para-
meter, zoals pan of volume, en draai vervol-
gens aan de datadraaischijf om de waarde te
wijzigen.
n Als u meer gedetailleerde mixingparameters wilt
bewerken, activeer dan de modus Mixing Edit door
op de knop [EDIT] te drukken. Raadpleeg voor meer
informatie over de modus Mixing Edit pagina 233.
De mixinginstellingen maken onderdeel uit van elk patroon en
kunnen als een compleet patroon worden opgeslagen.
Raadpleeg voor instructies over een patroon opslaan
pagina 218.
Frasenummer Frasenaam
Track 1
Track 2
:
Track 16
Phrase 001
Phrase 002
:
Phrase 003
Track 1
Track 2
:
Track 16
Phrase 002
Phrase 003
:
Phrase 004
Phrase 001
Phrase 002
Phrase 003
Phrase 004
:
MIDI-data
MIDI-data
MIDI-data
MIDI-data
:
Sectie A
Sectie B
Part-
nummer
Voice
Pan
Volume










