User Manual

MIDI
71
Tabel 3: Lijst met RPN-parameters
3-2-5 Channel Mode-bericht (Kanaalmodusbericht)
3-2-6 Channel After Touch
Berichten waarmee u de geluiden kunt besturen op basis van de druk die u uitoefent op
de toetsen nadat u de toetsen oorspronkelijk hebt aangeslagen, voor het gehele kanaal.
3-2-7 Polyphonic After Touch
Berichten waarmee u de geluiden kunt besturen op basis van de druk die u uitoefent op
de toetsen nadat u de toetsen oorspronkelijk hebt aangeslagen, voor elke toets afzonderlijk.
RPN Naam van
parameter
Data-invoer
(bereik)
Functie
MSB LSB MSB LSB
000 000 Pitch Bend
Sensitivity
000 - 024 - Hiermee geeft u de toonbuiging aan die het
gevolg is van pitchbenddata in stappen van
een halve noot.
000 001 Fine Tune -64 - +63 - Hiermee past u de afstemming in stappen
van een cent aan.
000 002 Coarse Tune -24 - +24 - Hiermee kunt u de afstemming aanpassen
in stappen van een halve noot.
127 127 Null - - Heft de RPN- en NRPN-instellingen op,
zodat er geen toongeneratorinstellingen
worden gewijzigd als er vervolgens
data-invoerberichten worden ontvangen.
All Sound Off
(besturingsnummer 120)
Hiermee worden alle geluiden gewist die momenteel worden weergegeven
op het opgegeven kanaal.
De status van kanaalberichten zoals Note On en Hold On blijft echter
gehandhaafd.
Reset All Controllers
(besturingsnummer 121)
Hiermee worden alle regelaars ingesteld op de oorspronkelijke waarden.
Sommige regelaars worden echter niet beïnvloed.
All Notes Off
(besturingsnummer 123)
Hiermee worden alle noten gewist die momenteel zijn ingeschakeld
voor het opgegeven kanaal.
Als Hold1 of Sostenuto echter is ingeschakeld, blijven de noten klinken
totdat deze worden uitgeschakeld.
Omni Mode Off
(besturingsnummer 124)
Hierbij wordt dezelfde handeling uitgevoerd als wanneer een All Notes
Off-bericht wordt ontvangen.
Het ontvangstkanaal is ingesteld op 1.
Omni Mode On
(besturingsnummer 125)
Hierbij wordt dezelfde handeling uitgevoerd als wanneer een All Notes
Off-bericht wordt ontvangen.
Het ontvangstkanaal is echter ingesteld op 'Omni On'.
Mono
(besturingsnummer 126)
Hierbij wordt dezelfde handeling uitgevoerd als wanneer een All Sound
Off-bericht wordt ontvangen.
Als de 3
e
byte-parameter (de parameter waarmee het monogetal wordt
bepaald) tussen 0 en 16 ligt, worden de partijen die overeenkomen
met die kanalen ingesteld op Mono.
Poly
(besturingsnummer 127)
Voert dezelfde functie uit als wanneer een All Sounds Off-bericht wordt
ontvangen.
Stelt het overeenkomstige kanaal in op Poly Mode.