Operation Manual

MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
Bediening en functies
14
G Draaiknop [DATA]
Hiermee bewerkt u de momenteel geselecteerde parameter.
Als u de waarde wilt verhogen, draait u de draaiknop rechtsom
(met de klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de
draaiknop linksom (tegen de klok in). Als een parameter met
een groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in
grotere stappen wijzigen door de draaiknop snel te draaien.
H Knop [INC]
Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter.
I Knop [DEC]
Hiermee verlaagt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter.
OPMERKING
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de knop [INC] om snel de parameterwaarde in stappen
van 10 te verhogen. Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en
druk tegelijkertijd op de knop [DEC] om snel de
parameterwaarde in stappen van 10 te verlagen.
J Cursorknoppen
Met de cursorknoppen kunt u de cursor verplaatsen op het
scherm van de display en de diverse parameters markeren
en selecteren.
K Knop [SHIFT]
Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere
knop, kunt u verschillende opdrachten uitvoeren. Zie voor
details de 'Shift Function List' (pagina 62).
L Knop [EXIT]
De menu' s en displays van de MOXF6/MOXF8 zijn
hiërarchisch geordend. Druk op deze knop om de huidige
display te sluiten en terug te gaan naar het vorige niveau in
de hiërarchie. Gebruik deze knop ook om een taak- of
opslaghandeling te annuleren.
M Knop [ENTER]
Met deze knop kunt u de display van het geselecteerde
menu oproepen. Gebruik deze knop ook om een taak- of
opslaghandeling uit te voeren.
N Knoppen [MODE]
Met deze knoppen selecteert u de werkingsmodi van de
MOXF6/MOXF8 (bijvoorbeeld de modus Voice).
O PERFORMANCE CREATOR (pagina 31)
Deze functie is bedoeld voor het snel bewerken/maken van
een nieuwe performance op basis van de huidige voice.
Dit is met name handig als u de effectinstellingen van een
bepaalde voice in uw performanceprogramma wilt gebruiken.
Knop [LAYER]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een
laagperformance op basis van de huidige voice. Als u
op deze knop drukt, verschijnt de display Category
Search en kunt u vervolgens een van de voices
selecteren om in een laag te gebruiken.
Knop [SPLIT]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een
splitperformance op basis van de huidige voice. Als u op
deze knop drukt, verschijnt de display Category Search
en kunt u vervolgens een van de voices selecteren om in
een split te gebruiken.
Knop [DRUM ASSIGN]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een
performance met een drumvoice op basis van de
huidige voice. Als u op deze knop drukt, verschijnt de
display Category Search en kunt u vervolgens de
gewenste drumvoice selecteren. Arpeggio wordt tevens
automatisch ingeschakeld.
P Knoppen BANK SELECT [DEC]/[INC]
Gebruik deze knoppen om de gewenste voice of
performancebank te selecteren.
Q Groepsknoppen [A] – [H]
Gebruik deze knoppen om de gewenste voice- of
performancegroep te selecteren. Als de knop [CATEGORY
SEARCH] is ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken
om een categorie te selecteren. Als de knop [QUICK SETUP]
is ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken om een
Quick Setup te selecteren.
R Knop [COMMON]
Door deze knop in te schakelen, wordt Common Edit
geactiveerd. Hiermee kunt u de parameters bewerken die
gemeenschappelijk worden toegepast op alle elementen,
partijen of zones in de volgende modi: Voice Edit,
Performance, Song/Pattern Mixing Edit, Mixing Voice Edit
en Master Edit.
S Knop [PATTERN SECTION/
PERFORMANCE CONTROL]
Deze knop is beschikbaar in modus Performance, de modus
Pattern en de modus Master. Als deze knop is ingeschakeld
in
de modus Performance, worden de volgende functies
toegewezen aan de nummerknoppen [1] – [16].
Als deze knop is ingeschakeld in de modus Pattern,
worden de secties A – H toegewezen aan de
nummerknoppen [1] – [16].
N
R
PO Q
Nummerknop
Functie
[1] – [4] Performancepartijen 1 – 4 selecteren.
[5] – [8] De arpeggioschakelaar in- of uitschakelen voor
performancepartijen 1 – 4.
[9] – [12] De dempingsstatus instellen voor
performancepartijen 1 – 4.
[13] – [16]
Arpeggio Hold instellen voor performancepartijen 1 – 4.
S T