User Manual

Nl 111
Input Settings (Input Settings)
Configureert de signaalinstellingen.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze
functie om dat te corrigeren.
Instelbereik
-6,0 dB tot 0,0
dB tot +6,0 dB (in stapjes van 0,5 dB)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere
audioverbindingen voor één ingangssignaal zijn.
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instellingen
Selecteert een videosignaal dat met de audiosignaalbron wordt uitgevoerd.
Instellingen
FM Mode (FM Mode)
Hiermee schakelt u tussen stereo en mono voor FM-ontvangst.
Instellingen
Input Trim (In.Trim)
Audio Select (A.Sel)
Auto (Auto)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde van
prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIAL of OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO [RCA of XLR])
HDMI (HDMI)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden geproduceerd
wanneer geen signalen via de HDMI-aansluiting worden ingevoerd.
Coax/Opt (Coax/Opt)
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden
geen geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de COAXIAL-
of OPTICAL-aansluiting worden ingevoerd.
Analog (Analog)
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO [RCA of XLR]). Er worden geen
geluiden geproduceerd wanneer geen signalen via de AUDIO (RCA of
XLR) worden ingevoerd.
Video Out (V.Out)
Off (Off) Geeft geen videosignalen weer.
AV 1–7 (AV1–7),
V-AUX (V-AUX)
Geeft videosignalen weer via de corresponderende
videoaansluitingen.
Stereo
(Stereo) Ontvangt FM-radio in stereogeluid.
Mono (Mono) Ontvangt FM-radio in monogeluid.