User Manual

Nl 122
Sound
Lipsync
Delay Enable Schakelt de Lipsync-aanpassing in/uit voor elke signaalbron. 128
Auto/Manual Select Selecteert de methode om de vertraging tussen de video- en audio-uitgang aan te passen. 128
Adjustment Past de vertraging tussen video- en audioweergave handmatig aan. 129
Dynamic Range
Selecteert de dynamische bereikaanpassingsmethode voor de weergave van bitstreamaudio (Dolby Digital- en
DTS-signalen).
129
Max Volume Stelt het maximale volume in om een extreem geluidsvolume te voorkomen. 129
Initial Volume Stelt het eerste volume in op het moment dat het toestel wordt ingeschakeld. 129
Pure Direct Mode Selecteert of videosignalen in de modus Pure Direct worden uitgevoerd. 129
Adaptive DSP Level Bepaalt of het effectniveau van CINEMA DSP moet worden aangepast. 129
CINEMA DSP 3D Mode
Schakelt CINEMA DSP HD
3
in/uit.
130
Virtual Presence Speaker
Bepaalt of er een Virtual Presence Speaker (VPS) wordt gemaakt met de voorste, middelste en
surroundluidsprekers.
130
Virtual Surround Back Speaker Selecteert of Virtual Surround Back Speaker (VSBS) moet worden gecreëerd met de surroundluidsprekers. 130
DAC Digital Filter Selecteert het type digitale filter van de audio-DAC (digitaal-naar-analoogconverter). 130
Object Decode Mode Schakelt de weergave van objectgebaseerde audiosignalen zoals Dolby Atmos-inhoud in/uit. 130
Video Video Mode Schakelt de verwerking van het videosignaal (resolutie, beeldverhouding en videoaanpassingen) in/uit. 131
HDMI
HDMI Control
Schakelt HDMI Control in/uit. U kunt eveneens de bijbehorende instellingen (zoals ARC en TV audiosignaal)
configureren.
133
Audio Output Selecteert een apparaat voor het weergeven van audio. 133
Standby Through
Bepaalt of video/audio (invoer via HDMI-aansluitingen) moet worden uitgevoerd naar de tv als het apparaat in de
stand-bymodus staat.
134
Network
Network Connection Selecteert de netwerkverbindingsmethode. 134
IP Address Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres). 135
Network Standby
Bepaalt of dit toestel de functie die het toestel inschakelt vanaf andere netwerkapparaten moet worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
135
MAC Address Filter Stelt het MAC-adresfilter in om te verhinderen dat andere netwerkapparaten toegang krijgen tot het toestel. 136
Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het netwerk) die op andere netwerkapparaten wordt
weergegeven.
136
Bluetooth
Bluetooth Schakelt de
Bluetooth
-functies in/uit. 137
Audio Receive Disconnect Beëindigt de
Bluetooth
-verbinding tussen het
Bluetooth
-apparaat (zoals smartphones) en het toestel. 79
Bluetooth Standby
Bepaalt of de functie die het toestel inschakelt vanaf andere
Bluetooth
-apparaten, moet worden
ingeschakeld/uitgeschakeld (
Bluetooth
-stand-by).
137
Menu Item Functie Pagina