User Manual

Nl 162
Het toestel kan niet worden bediend met de
afstandsbediening.
Het apparaat bevindt zich buiten het werkingsbereik. Gebruik de afstandsbediening binnen het werkingsbereik (p. 5).
De batterijen raken leeg. Plaats nieuwe batterijen.
De sensor van de afstandsbediening van het toestel wordt
blootgesteld aan direct zonlicht of sterke verlichting.
Pas de lichtval aan, of verplaats het toestel.
De afstandsbediening is ingesteld voor het bedienen van externe
apparaten.
Druk op SOURCE/RECEIVER om de afstandsbediening in te stellen voor het
bedienen van het toestel (de toets brandt oranje).
De afstandsbedienings-ID van het toestel komt niet overeen met
die van de afstandsbediening.
Wijzig de afstandsbedienings-ID van het toestel of van de afstandsbediening
(p. 146).
Externe apparaten kunnen niet worden bediend
met de afstandsbediening.
De afstandsbediening is ingesteld voor het bedienen van het
apparaat.
Druk op SOURCE/RECEIVER om de afstandsbediening in te stellen voor het
bedienen van externe apparaten (de toets brandt groen).
De overeenkomstige afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode opnieuw in (p. 149). Zelfs als de
afstandsbedieningscode correct is ingesteld, is het mogelijk dat sommige
producten niet reageren op de afstandsbediening.
De afstandsbediening leert geen nieuwe functies.
De batterijen van de afstandsbediening van het toestel en/of het
externe apparaat zijn bijna leeg.
Plaats nieuwe batterijen.
De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is niet groot
genoeg.
Houd de afstandsbedieningen op gepaste afstand van elkaar (p. 152).
De signaalcode of modulatie van de andere afstandsbediening is
niet compatibel met de afstandsbediening.
In dat geval is leren niet mogelijk.
Het geheugen zit vol.
Wis onnodige toewijzingen om geheugen vrij te maken voor nieuwe functies
(p. 158).
Probleem Oorzaak Oplossing