User Manual

Nl 98
Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer en de hoge-resolutiemodus in/uit.
Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer (p. 65) in of uit.
X
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
U kunt ook ENHANCER op de afstandsbediening gebruiken om Compressed Music Enhancer in- of uit te
schakelen (p. 65).
Instellingen
Standaard
TUNER, Bluetooth, USB, (netwerkbronnen): On (On)
Overige: Off (Off)
Y
Compressed Music Enhancer werkt niet op signalen met een samplefrequentie die hoger is dan 48 kHz.
Hi-Res Mode (HiRes Mode)
Schakelt de hoge-resolutiemodus in/uit als “Enhancer” is ingesteld op “Aan”. Als deze functie
is ingesteld op “Aan” dan kunt u de kwaliteit van ongecomprimeerde digitale audio (zoals
2-kanalige PCM en FLAC) met behulp van Compressed Music Enhancer verbeteren.
Instellingen
Video Processing (Video Process.)
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking (resolutie en aspectverhouding) in of uit
die zijn geconfigureerd in “Processing” (p. 118) in het menu “Setup”.
Instellingen
Input Settings (Input Settings)
Configureert de signaalinstellingen.
X
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Input Trim (In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie om dat te
corrigeren.
Instelbereik
-6,0 dB tot 0,0 dB
tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Audio Select (A.Sel)
Selecteert de audio-ingang die u wilt gebruiken wanneer er meerdere audioverbindingen voor
één ingangssignaal zijn.
Instellingen
Off (Off) Schakelt Compressed Music Enhancer uit.
On (On) Schakelt Compressed Music Enhancer in.
On
(On)
Schakelt de hoge-resolutiemodus in.
(Afhankelijk van de verwerkingsconditie van het audiosignaal, werkt de
hoge-resolutiemodus mogelijk niet.)
Off (Off) Schakelt de hoge-resolutiemodus uit.
Direct (Direct) Schakelt videosignaalverwerking uit.
Processing
(Processing)
Schakelt videosignaalverwerking in.
Auto (Auto)
Selecteert automatisch de audio-ingang in de volgende volgorde van prioriteit.
1. HDMI-ingang
2. Digital input (COAXIAL of OPTICAL)
3. Analog input (AUDIO)
HDMI (HDMI)
Selecteert altijd HDMI-ingang. Er worden geen geluiden geproduceerd wanneer
geen signalen via de HDMI-aansluiting worden ingevoerd.
Coax/Opt (Coax/Opt)
Selecteert altijd digitale invoer (COAXIAL of OPTICAL). Er worden geen geluiden
geproduceerd wanneer geen signalen via de COAXIAL- of OPTICAL-aansluiting
worden ontvangen.
Analog (Analog)
Selecteert altijd analoge invoer (AUDIO). Er worden geen geluiden geproduceerd
wanneer geen signalen via de AUDIO-aansluitingen worden ingevoerd.