User Manual

Table Of Contents
Nl 95
Rename/Icon Select
Wijzigt de naam en het pictogram van de signaalbron die worden weergegeven op de display
van het voorpaneel of het tv-scherm.
De volgende signaalbronnen kunnen geen andere namen of pictogrammen krijgen:
AirPlay
Instelprocedure
1
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een pictogram te selecteren “Auto” of “Manual” en druk
op de cursortoets (w).
Als u “Auto” selecteert, maakt toestel automatisch een naam aan op basis van het aangesloten
apparaat. Ga door naar Stap 3.
X
Deze stap is alleen beschikbaar wanneer “HDMI1-5”, “AV 1”, “VIDEO AUX” of “AUDIO 1-3” is geselecteerd.
2
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om een pictogram te selecteren en druk op de cursortoets
(w).
3
Druk op ENTER om het scherm voor het bewerken van de naam te openen.
4
Gebruik de cursortoetsen en ENTER om de naam te wijzigen en selecteer “ENTER” om de
invoer te bevestigen.
X
Selecteer “CLEAR” om de invoer te wissen.
5
Gebruik de cursortoetsen om “OK” te selecteren en druk op ENTER.
X
Als u de standaardinstelling wilt herstellen, selecteert u “RESET”.
6
Druk op ON SCREEN om het menu af te sluiten.
Audio In
Combineert de videoaansluiting van het geselecteerde ingangssignaal met een
audioaansluiting van andere bronnen. Gebruik deze functie bijvoorbeeld in de volgende
gevallen.
Voor het aansluiten van een weergaveapparaat dat wel HDMI-videoweergave maar geen
HDMI-audioweergave ondersteunt.
Voor het aansluiten van een weergaveapparaat met componentvideoaansluitingen en
analoge stereo aansluitingen (zoals gameconsoles)
Signaalbronnen
HDMI 1-5, AV 1-2
(Om audio te verzenden via een digitale optische aansluiting)
Selecteer “AUDIO 1” of “AUDIO 2” en sluit het apparaat aan op de corresponderende
audio-aansluitingen van het toestel met een optisch digitale kabel.
(Om audio te verzenden via een digitale coaxiale aansluiting)
Selecteer “AUDIO 3” of “AV 1” of “AV 1” en sluit het apparaat aan op de corresponderende
audio-aansluitingen van het toestel met een coaxiaal digitale kabel.
(Om audio te verzenden via analoge audioaansluitingen)
Selecteer “AUDIO 4”, “AUDIO 5” of “AV 2” en sluit het apparaat aan op de corresponderende
audio-aansluitingen van het toestel met een stereo plugkabel.