Operation Manual

MX49/MX61 Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding
30
3 Druk indien nodig op de cursorknop [u]
om '01:Chorus Eff' te selecteren en druk op
[ENTER].
De display met het ingestelde choruseffect wordt
opgeroepen.
4 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om de 1e pagina op te roepen
en gebruik de cursorknoppen [l]/[r] en de
draaiknop [DATA] om de categorie en/of het
type van het choruseffect te wijzigen.
5 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop
[DATA] om een vooraf ingestelde waarde voor
de effectparameters van het geselecteerde
effecttype te selecteren.
Elk vooraf ingesteld type bevat optimale instellingen voor
diverse parameters, zodat u een algemeen 'idee' kunt
selecteren waarbij de parameters dienovereenkomstig
worden ingesteld.
OPMERKING
U kunt elke effectparameter ook bewerken op
de 3e of volgende pagina's. Raadpleeg het
PDF-document 'Parameterhandleiding bij
synthesizer' voor meer informatie over elke
parameter.
6 Als u de instellingen voor het choruseffect
hebt opgegeven, drukt u op [EXIT] (afsluiten).
Druk vervolgens op de cursorknop [d] om
'02:Reverb Eff' te selecteren. Druk tot slot op
[ENTER].
De display voor het reverbeffect wordt opgeroepen.
7 Druk op de cursorknop [u] om de 1e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop
[DATA] om het type reverbeffect te wijzigen.
8 Druk op de cursorknop [d] om de 2e pagina
op te roepen en draai aan de draaiknop
[DATA] om een vooraf ingestelde waarde voor
de effectparameters van het geselecteerde
effecttype te selecteren.
OPMERKING U kunt elke effectparameter ook bewerken op
de 3e of volgende pagina's. Raadpleeg het
PDF-document 'Parameterhandleiding bij
synthesizer' voor meer informatie over elke
parameter.
9 Als u de instellingen voor het reverbeffect
hebt opgegeven, drukt u twee maal op [EXIT]
(afsluiten). Druk vervolgens op de
cursorknop [d] om '02:Part' te selecteren.
Druk tot slot op [ENTER].
De display Performance Part Edit wordt opgeroepen.
10 Druk indien nodig herhaaldelijk op de
cursorknop [u] om '01:PlayMode' te
selecteren en druk op [ENTER].
11 Druk op de gewenste categorieknop om de
bewerkte part te selecteren.
Het nummer van de geselecteerde part wordt in de
linkerbovenhoek van de display weergegeven.
12
Selecteer met de cursorknoppen [
u
]/[
d
]
'ChoSend' en 'RevSend' op de 5e en 6e pagina.
Draai vervolgens aan de draaiknop [DATA] om
de parameterinstellingen aan te passen.
Deze parameters stellen de diepte in van chorus-/
reverbeffecten die op het geselecteerde partgeluid
worden toegepast.
Common
a
01:Chorus*Eff
2
Common*Chorus*Eff
a
***CHO:****G*Chorus
2
Effectcategorie Effecttype
Common*Chorus*Eff
d
Preset=*******Basic
2
Common
d
02:Reverb*Eff
2
Common*Reverb*Eff
a
****Type=Rev
]
X*Hall
2
Tip
Performance Edit-aanduiding
Tijdens het bewerken van
performanceparameters wordt een
punt (.) rechtsonder in de display
[PERFORMANCE NUMBER]
weergegeven. Dit is een korte herinnering dat de
huidige performance is gewijzigd, maar nog niet is
opgeslagen. Als u de huidige status wilt opslaan, voert
u de functie Performance Store uit (pagina 33). Daarna
is de aanduiding verdwenen.
Common*Reverb*Eff
d
Preset=*******Basic
2
EDIT
02:Part
s
Part01
a
01:Play*Mode
2