User Manual

File Utility RemotePerformance Song/Pattern
MX49 MX61 MX88 Naslaggids
Utility
Algemeen
MIDI
Regelaars
Remote
Utility Job
QuickSetup
Factory Set
(fabrieksinstellingen)
Versie
67
Hiermee worden regelaartoewijzingsinstellingen bepaald die van toepassing zijn op het hele systeem van het instrument.
U kunt MIDI-besturingswijzigingsnummers toewijzen aan de knoppen op het voorpaneel en aan de externe regelaars.
U kunt bijvoorbeeld de knoppen ASSIGN 1 en 2 gebruiken voor het regelen van de effectdiepte van twee verschillende
effecten, terwijl u met de voetregelaar modulatie kunt regelen. De toewijzingen van de besturingswijzigingsnummers
worden ook wel 'regelaartoewijzingen' genoemd.
OPMERKING De functies voor regelaars die niet beschikbaar zijn op het instrument zelf kunnen worden geregeld door het
bijbehorende MIDI-besturingsnummer vanuit een externe MIDI-besturing te verzenden.
Controllers
Parameter Omschrijving
FS Pedal
(Foot Switch Sustain
Pedal Select)
Hiermee wordt bepaald welk model optionele voetschakelaar die is aangesloten op de aansluiting
[SUSTAIN] wordt herkend.
Als de FC3A wordt gebruikt:
Als u een optionele FC3A aansluit (die compatibel is met het halfdemperkenmerk) voor het produceren
van het speciale halfdempereffect (net als op een echte akoestische piano), moet u deze parameter
instellen op 'FC3 (Half on)'. Als u de halfdemperfunctie niet nodig hebt of wilt uitschakelen voor het
gebruik van een FC3A, moet u deze parameter instellen op 'FC3 (Half off)'.
Als de FC4A of FC5 wordt gebruikt:
Selecteer 'FC4/5'. De FC4A en FC5 zijn niet compatibel met het halfdemperkenmerk.
Instellingen: FC3 (Half on), FC3 (Half off), FC4/5
OPMERKING
Deze instelling is echter niet noodzakelijk voor het besturen van het halfdemperkenmerk via
besturingswijzigingsberichten vanaf een extern op dit instrument aangesloten MIDI-apparaat.
FS
(besturingsnummer
van voetschakelaar)
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat wordt gegenereerd door een voetschakelaar die is
aangesloten op de aansluiting [SUSTAIN]. Onthoud dat als van een extern apparaat dezelfde MIDI-
besturingswijzigingsberichten worden ontvangen als de berichten die hier zijn ingesteld, de interne
toongenerator op deze berichten reageert alsof de voetschakelaar van het instrument zelf is gebruikt.
Instellingen: off, 1 – 95, arp sw, play/stop, PC inc, PC dec, octave reset
OPMERKING
Als u deze parameter instelt op 'Play/Stop[, kan een FC4A of FC5 die op de aansluiting [SUSTAIN]
is aangesloten, worden gebruikt om de song of het patroon te starten en te stoppen. En door deze
parameter in te stellen op 'PC inc'/'PC dec' kan een FC4A of FC5 ook worden gebruikt om tussen
performances te schakelen. Onthoud dat de sustainfunctie in deze gevallen niet kan worden gebruikt.
AS1
(besturingsnummer
van Assign 1)
AS2
(besturingsnummer
van Assign 2)
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat wordt gegenereerd als u de knoppen ASSIGN 1/2 gebruikt.
Onthoud dat als van een extern apparaat dezelfde MIDI-besturingswijzigingsberichten worden
ontvangen als de berichten die hier zijn ingesteld, de interne toongenerator op deze berichten reageert
alsof de knoppen ASSIGN 1/2 van het instrument zelf zijn gebruikt.
Instellingen: off, 1 – 95
FC1
(besturingsnummer
van voetregelaar 1)
Bepaalt welk besturingswijzigingsnummer wordt gegenereerd als u de voetregelaar gebruikt die
is verbonden met de aansluiting [FOOT CONTROLLER]. Houd er rekening mee dat als van een extern
apparaat dezelfde MIDI-besturingswijzigingsberichten worden ontvangen als de berichten die hier zijn
ingesteld, de interne toongenerator op deze berichten reageert alsof de voetregelaar van het instrument
zelf is gebruikt.
Instellingen: off, 1 – 95
FC2
(besturingsnummer
van voetregelaar 2)
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat overeenkomt met Foot Controller 2 op een extern apparaat
dat is aangesloten op het instrument.
Instellingen: off, 1 – 95
RB
(besturingsnummer
van lintcontroller)
Bepaalt het besturingswijzigingsnummer dat overeenkomt met Ribbon Controller op een extern apparaat
dat is aangesloten op het instrument.
Instellingen: off, 1 – 95
BC
(besturingsnummer
van breathcontroller)
Hiermee bepaalt u welk besturingswijzigingsnummer wordt gegenereerd wanneer u een Breath
Controller gebruikt op een extern apparaat dat is aangesloten op het instrument.
Instellingen: off, 1 – 95
AF1
(besturingsnummer
van toewijsbare functie 1)
AF2
(besturingsnummer
van toewijsbare functie 2)
Hiermee bepaalt u welk besturingswijzigingsnummer wordt gegenereerd wanneer u toewijsbare
functieknoppen 1/2 gebruikt op een extern apparaat dat is aangesloten op het instrument.
Instellingen: off, 1 – 95