User Manual

File Utility RemotePerformance Song/Pattern
MX49 MX61 MX88 Naslaggids
De modus Remote
Display Remote
De functies van de knoppen
[A] t/m [D] verwisselen
De Een andere besturings
sjabloon gebruiken
Utility-instellingen
70
De modus Remote
In de modus Remote kunt u DAW-software of VSTi (software-instrumenten) op afstand bedienen. Cubase, Logic Pro,
SONAR en Digital Performer zijn DAW-software die compatibel is met het instrument. Bovendien beschikt het instrument
over 50 besturingssjablonen waarmee u veel populaire VSTi's op afstand kunt bedienen. Met deze besturingssjablonen
kunt u de gewenste functies voor uw favoriete VSTi toewijzen aan de knoppen [A] – [D] op het instrument. In de display
Remote kunt u aangeven welke functies zijn toegewezen aan de knoppen [A] t/m [D] voor de geselecteerde
besturingssjabloon, de waarde van de functies wijzigen, naar een andere besturingssjabloon schakelen enzovoort.
Deze sectie bevat uitleg over parameters die in de display Remote worden weergegeven en functies die kunnen
worden bewerkt.
OPMERKING Druk nogmaals op [DAW REMOTE] als u de modus Remote wilt beëindigen.
OPMERKING In de display Utility Remote (pagina 68) kunt u instellen welke DAW-software u wilt bedienen.
OPMERKING Zie de sectie 'Specificaties' in de Gebruikershandleiding voor informatie over de versie van de DAW-software die
compatibel is met het instrument.
Display Remote
Geeft de basisfuncties aan die zijn toegewezen aan knoppen [A] t/m [D].
1 Knopaanduiding
Geeft de huidige waarden van de parameters die aan knoppen [A] t/m [D] zijn toegewezen aan als grafische iconen.
Als een huidige waarde afwijkt van een knopaanduiding, is de knopaanduiding gemarkeerd. Als een aanduiding is
gemarkeerd, heeft een verplaatsing van de knop geen invloed op de waarde. Als u de knop voorbij de huidige waarde
verplaatst, heeft het verplaatsen van de knop invloed op de waarde en komt de knopaanduiding overeen met de
huidige waarde.
2 Parameternaam
Geeft de functies aan die zijn toegewezen aan knoppen [A] t/m [D]. Als u een knop verplaatst, wordt de waarde van
de toegewezen functie in de display weergegeven. Nadat een opgegeven tijd is verstreken, wordt de vorige display
opnieuw weergegeven. Stel [PART 1-2 LINK] in op On als u wilt dat de parameterwaarde altijd in de display wordt
weergegeven. Als u [PART 1-2 LINK] instelt op Off, is automatisch terugkeren naar de vorige display mogelijk.
Welke functies aan de knoppen zijn toegewezen, is afhankelijk van de instelling 'Remote' of 'CC'. U kunt deze instelling
bepalen in de MX49/MX61 Remote Editor.
Wanneer het instrument wordt ingesteld op 'Remote' (alleen Cubase)
De VSTi-parameters van Cubase worden toegewezen aan knoppen [A] t/m [D] en de eerste acht tekens van de
parameters worden in de display weergegeven. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [DAW REMOTE] als u door
parameternamen wilt scrollen die uit meer dan acht tekens bestaan.
Door een knop te verplaatsen, verzendt u het MIDI-bericht naar poort 2. De parameter die aan de knop is toegewezen,
wordt vervolgens op de VSTi van Cubase gewijzigd. In dit geval wordt de parameterwaarde in de display van het
instrument voor een opgegeven tijdsduur weergegeven.
Wanneer het instrument wordt ingesteld op 'CC'
Geeft het besturingswijzigingsnummer aan dat met knoppen [A] t/m [D] moet worden geregeld. Door een knop te
verplaatsen, verzendt u het besturingswijzigingsbericht naar poort 2 en wordt de functie van de VSTi in de DAW-
software geregeld.
OPMERKING Als 'DAW Select' (pagina 68) is ingesteld op een andere waarde dan 'Cubase' of als 'MIDI IN/OUT' (pagina 65)
is ingesteld op 'MIDI', wordt het instrument ingesteld op de instelling 'CC'.
Bediening
Druk op [DAW REMOTE]
j QC1 Cuto***jQC2 Reso 2
j QC3 Bit***jQC4 Sub
1 2
Knop [A] Knop [B]
Knop [C] Knop [D]