User Manual

Verbindingen
N1X Gebruikershandleiding •39
Aansluiting op de draadloze USB-netwerkadapter (UD-WL01*)
*UD-WL01 (apart verkrijgbaar) is mogelijk niet verkrijgbaar in uw regio.
Er worden hieronder twee soorten verbindingen met de draadloze USB-adapter (UD-WL01) beschreven.
Verbinden via Infrastructure-modus (Automatische Setup met WPS)
In de Infrastructure-modus (Infrastructuur) wordt een toegangspunt voor
gegevenscommunicatie gebruikt, tussen de draadloze USB-netwerkadapter en een
netwerk. U kunt deze modus gebruiken als u verbinding maakt met internet als u de
netwerkadapter met het instrument verbindt.
1 Sluit de UD-WL01 (afzonderlijk verkocht) aan op de [USB TO
DEVICE]-aansluiting
2 Houd [WPS] op de UD-WL01 drie seconden ingedrukt.
'
§PS
' wordt weergegeven op de display.
3 Druk binnen twee minuten na stap 2 op [WPS] op uw
toegangspunt.
Nadat de verbinding met het toegangspunt is voltooid, verdwijnt het bericht.
4 Zorg ervoor dat uw smart apparaat is verbonden met het netwerk
waarmee u het instrument hebt verbonden.
Als dat niet het geval is, schakelt u de Wi-Fi in op het Wi-Fi-instellingsdisplay
op uw smart apparaat en tikt u op het netwerk waarmee u het instrument hebt
verbonden om hiermee verbinding te maken.
Verbinding maken via Access Point-modus
In de Access Point-modus (Toegangspunt) kunt u rechtstreeks verbinding maken
tussen de UD-WL01 (los verkrijgbaar) en een smart apparaat, zonder een toegangspunt
te gebruiken. U kunt deze modus gebruiken als er geen toegangspunt beschikbaar is
waarmee u het instrument kunt verbinden, of wanneer het onnodig is verbinding te
maken met een ander netwerk terwijl er een smart-apparaat met het instrument
verbonden is.
1 Initialiseer het instrument (pagina 34) als de laatste draadloze
netwerkverbinding tot stand is gebracht via de Infrastructure-
modus.
LET OP
Tijdens de initialisatieprocedure worden alle back-updata (pagina 34) met uitzondering
van 'Tekencode' en 'Bluetooth-koppelingsinformatie' geïnitialiseerd.
2 Sluit de UD-WL01 (afzonderlijk verkocht) aan op de [USB TO
DEVICE]-aansluiting
3 Schakel op uw smart apparaat de Wi-Fi in op het Wi-Fi-
instellingsdisplay en tik op 'ap-N1X-xxxxxx' ('xxxxxx' staat
voor 6 alfanumerieke tekens) om verbinding te maken met het
instrument.
OPMERKING
Lees eerst ‘Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van een [USB TO DEVICE]-
aansluiting' op pagina 31 voordat u de
[USB TO DEVICE]-aansluiting gebruikt.
Toegangspunt
Een 'access point' (toegangspunt) verwijst
naar een apparaat dat dienst doet als
basisstation wanneer data wordt verzonden/
ontvangen via een draadloze USB-
netwerkadapter.
Sommige toegangspunten worden
gecombineerd met router- of modemfuncties.
OPMERKING
Als de laatste draadloze netwerkverbinding
is gemaakt in de Infrastructure-modus, kunt
u automatisch verbinding maken met een
netwerk zonder stap 2 en 3 uit te voeren.