Operation Manual

Het toetsenbord bespelen
12 NU1 Gebruikershandleiding
Omdat het instrument is uitgerust met twee [PHONES]-
aansluitingen, kunt u twee standaard
stereohoofdtelefoons aansluiten. Als u slechts één
hoofdtelefoon gebruikt, steekt u een plug in een van de
aansluitingen, waardoor de luidsprekers worden
uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
Luister niet gedurende een langere periode op een hoog
volumeniveau met een hoofdtelefoon naar dit instrument
omdat dit uw gehoor kan beschadigen.
Deze functie past automatisch de geluidskwaliteit aan en stelt deze in overeenkomstig het totaalvolume van het
instrument. Zelfs bij een laag volume zijn zowel hoge als lage geluiden goed hoorbaar dankzij deze functie.
Intelligente akoestische regeling heeft alleen invloed op het geluid uit de luidsprekers van het instrument.
z Intelligente akoestische regeling in-/uitschakelen:
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk herhaaldelijk (indien nodig) op de toets C0.
Standaardinstelling: Aan
z De diepte voor intelligente akoestische regeling instellen:
Houd [FUNCTION] ingedrukt en druk op een van de toetsen tussen A0-D#1.
Instelbereik: -3 (A0) - 0 (C1) - 3 (D#1)
Standaardinstelling: 0 (C1)
Hoe hoger de waarde, des te duidelijker hoge en lage tonen hoorbaar zijn als het volume laag staat.
Een hoofdtelefoon gebruiken (optioneel)
I.A. Control (Intelligente akoestische regeling)
MAX
PHONES USB TO DEVICE
MIN
MASTER VOLUME
Standaardaansluiting voor
stereohoofdtelefoon
C0 C1
(0)
A0
(-3)
D#1 (3)