Operation Manual

NU1 Gebruikershandleiding 27
Aansluitingen
VOORZICHTIG
Als u het instrument aansluit op andere elektronische componenten, zorg dan dat alle componenten zijn uitgeschakeld.
Zet alle volumeniveaus op het minimum (0) voordat u componenten aan- of uitzet. Als u dit niet doet, kan een elektrische
schok of beschadiging van de componenten het gevolg zijn.
Aansluitingen
q USB [TO HOST]-aansluiting
Als u een computer aansluit op deze aansluiting, kunt u data overzetten tussen
het instrument en de computer via MIDI en gebruikmaken van geavanceerde
computermuzieksoftware. Raadpleeg het document 'Computer-related
Operations' (Computergerelateerde handelingen) voor meer informatie.
w MIDI IN / OUT-aansluiting
Met deze aansluitingen kunt u dit instrument aansluiten op een ander
MIDI-instrument. Zie 'Over MIDI' op pagina 29 voor meer informatie.
e AUX IN [L/L+R] [R]-aansluiting
Door de stereokabels aan te sluiten op deze aansluitingen, kan het geluid van
andere audioapparatuur worden gereproduceerd via de luidsprekers van dit
instrument.
VOORZICHTIG
Als de AUX IN-aansluitingen zijn aangesloten op een extern apparaat, zet dan eerst het
externe apparaat en vervolgens het instrument aan. Draai deze volgorde om als u de
apparatuur uitzet.
USB TO DEVICE
eq w r t
Raadpleeg 'Bedieningspaneel en aansluitingen' op pagina 8 voor informatie over de locatie
van de aansluitingen.
(Linkerkant aan de voorzijde
onder het toetsenbord)
OPMERKING
Gebruik een AB-type USB-kabel van
minder dan 3 meter. U kunt geen
USB 3.0-kabel gebruiken.
OPMERKING
Gebruik alleen de AUX IN [L/L+R]-
aansluiting voor het verbinden met een
monoapparaat.
AUX OUT
OUTPUT
AUX IN
AUX IN
Audiokabel
Audiokabel
Aansluiting voor
stereohoofdtelefoon
(standaard)
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(standaard)
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(standaard)
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(standaard)
Instrument
Toetsenbord of andere
audioapparatuur