User Manual
121
CVP-109/107/105
Z Selecteer de track die veranderd moet worden...............
Druk op TRACK < of > om de gewenste track te selecteren. Het
selecteren van TTL (TOTAL) zal de instellingen van de gehele song ver-
anderen in plaats van de instellingen van individuele tracks.
Druk op de meest rechtse LCD knop om PLAY (afspelen), OFF, of
SOLO te selecteren voor de geselecteerde track. Selecteer SOLO als u
alleen de geselecteerde track wilt afspelen.
Instellingen Veranderen in het MIXER Scherm
XSelecteer de parameter die veranderd moet worden..
Druk op SELECT ▼ of ▲ om de gewenste parameter te selecteren.
Huidige waarde v.d.
geselecteerde track
Afhankelijk van het file type kan het zijn
dat voice veranderingen alleen mogelijk
zijn voor track 1 en 2.
C Wijzig de waarde of instelling. ............................................................
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de waarde of in-
stelling te veranderen. U kunt de parameters veranderen terwijl de song
afspeelt zodat u meteen de resultaten kunt horen.
• Het selecteren van TTL en het veran-
deren van de REVERB DEPTH
waarde zal ook de klank van uw eigen
spel op het toetsenbord beïnvloeden.
• De voices van tracks waarin Automati-
sche Begeleiding, rhythm, en har-
mony data zijn opgenomen, kunnen
ook worden veranderd.
• Volumebereik 0 — 127
• Als er een andere song is geselec-
teerd, zullen alle instellingen terugke-
ren naar hun standaardinstellingen
voor de song (of de instellingen die zijn
gebruikt om de song op te nemen).
• Als de Automatische Begeleiding
aanstaat tijdens het afspelen van een
song, opgenomen op een CVP-109/
107/105/103, dan zal het MIXER
scherm functioneren als Auto
Accompaniment Part Volume Control
(blz. 77) in plaats van Song Track
Volume Control.
Parameter geselec-
teerd voor wijziging
Songs Afspelen
Geselecteerde
track is geac-
centueerd.
119
CVP-109/107
CVP-109/107
OPMERKING
OPMERKING