User Manual
168
CVP-109/107/105
Z Specificeer de twee tracks die samengevoegd moe-
ten worden.
...............................................................................................................
Druk op de TRACK A en TRACK B knoppen om de corresponderende
functies te accentueren en gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen
om de nummers te selecteren van de twee tracks die samengevoegd moe-
ten worden. De voices die gebruikt worden voor de geselecteerde tracks,
worden boven deze functies weergegeven in het LCD scherm.
X Specificeer de bestemmings track. ...............................................
Gebruik de TRACK C functie om de track te specificeren waarop u de
samengevoegde data wilt opnemen. U kunt deze track ook specificeren
door op de TRACK C knop te drukken, om de corresponderende functie
te accentueren, waarna u de data dial of de [–] en [+] knoppen gebruikt.
Alle voorgaande data in de bestemmings track zal gewist worden.
C Voer de Track Mix handeling uit. ......................................................
Druk op de MIX knop om de Track Mix handeling uit te voeren. De
vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de handeling uit te
voeren, of op NO om deze te annuleren.
Als de handeling uitgevoerd is, wordt de MIX functie vervangen
door de UNDO functie, waarmee u de Track Mix handeling ongedaan
kunt maken en de voorgaande data kunt terugzetten.
Druk op de [REC] knop (het lampje gaat uit) om de Track Mix func-
tie te verlaten.
U kunt de Track Mix functie ook verlaten door op de [EXIT] knop te
drukken.
• De originele data blijft in track A en B
behouden nadat de Track Mix functie
is uitgevoerd. Als de oude data niet
meer nodig is, kunt u deze wissen. (Zie
“Track Delete,” hier onder.)
• Terwijl de data bewerkt wordt, ver-
schijnt er een grafische balk, die het
verloop van het proces weergeeft.
• U kunt controleren of de resultaten aan
uw verwachtingen voldoen door het
afspelen te starten en te stoppen met
de [PLAY/STOP] knop. (Maar doe dit
wel voordat u ook maar íets anders
doet, want daardoor zou u de UNDO
functie niet meer kunnen selecteren.)
• De Undo functie kan niet gebruikt
worden nadat u een andere track
geselecteerd heeft, of deze mode heeft
verlaten.
• De Undo functie kan niet gebruikt
worden voor data opgenomen in het
interne geheugen (zie blz. 174).
■ Track Delete (Wissen) (TRACK EDIT pag. 2)
De Track Delete functie kan gebruikt worden om de data van een
gespecificeerde track te wissen.
ZSpecificeer de track die gewist moet worden. ...........
Druk op de TRACK ▼ of ▲ knop om de functie te accentueren en
vervolgens kunt u met de data dial of de [–] en [+] knoppen de track se-
lecteren die gewist moet worden.
Alleen tracks die data bevatten kunnen
geselecteerd worden.
Andere Opname Edit Functies
166
OPMERKING
OPMERKING