User Manual

171
CVP-109/107/105
Z Selecteer de track die u wilt bewerken. ................................
Selecteer de track, waarvan u de parameters wilt wijzigen, door op
de TRACK < of > knop te drukken. Wanneer TTL (Total) is geselec-
teerd, zullen de aangebrachte wijzigingen voor de gehele song gelden
en niet slechts voor afzonderlijke tracks.
XSelecteer de parameters die u wilt wijzigen. ....................
Selecteer de parameters die gewijzigd moeten worden door op de
SELECT of knop te drukken.
Instellingen Maken in het INITIAL EDIT Scherm
C Verander de instellingen. ......................................................................
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de instellingen te
veranderen. U kunt de uitwerking van de wijzigingen onmiddellijk
controleren aangezien de instellingen gewijzigd kunnen worden tijdens
het afspelen.
Als [TTL] is geselecteerd en de waarde
van de reverb depth wordt veranderd, zal
de nieuwe instelling ook effect hebben op
het geluid van het toetsenbord.
De voices van de tracks waarop de Au-
tomatische Begeleiding, ritme en/of
Harmony data zijn opgenomen, kunnen
ook worden veranderd.
De data wordt misschien niet correct
afgespeeld als u gebruik maakt van de
[REW] knop tijdens het wijzigen van de
data.
VSla de wijzigingen op.................................................................................
Als u alle Initial Data wijzigingen naar wens heeft aangebracht,
moet u op de WRITE knop drukken. Als de vraag: “Are you
sure?” verschijnt, moet u op de YES knop drukken om de wijzigin-
gen daadwerkelijk door te voeren, of op NO om te annuleren.
Als dit gebeurd is, wijzigt de WRITE knop in UNDO, waarmee u
de Write handeling ongedaan kunt maken en de oude data terug kunt
roepen.
Alle gewijzigde data, ongeacht het aantal
tracks binnen een enkele song, kunnen
weggeschreven worden met één Write
handeling door op de WRITE knop te
drukken.
U kunt controleren of de resultaten van
de Initial Edit handeling aan uw verwach-
tingen voldoen, door het afspelen te
starten en te stoppen met de [PLAY/
STOP] knop. (Maar doe dit wel voordat u
ook maar íets anders doet, want daar-
door zou u de UNDO functie niet meer
kunnnen selecteren.)
De Undo functie kan niet meer gebruikt
worden als u de instelling opnieuw veran-
derd heeft, een andere instelling gemaakt
heeft of de Initial Edit mode verlaten
heeft.
De Undo functie kan niet gebruikt worden
voor data opgenomen in het interne
geheugen (zie blz. 174).
169
Andere Opname Edit Functies
De huidige parameterwaarde voor de
geselecteerde track.
De parameter die
u wilt wijzigen.
De geselecteerde
track is geac-
centureerd.
CVP-109/107
CVP-109/107
OPMERKING
OPMERKING