User Manual

82
P-515 Gebruikershandleiding
Efficiënt gebruik van een computer of smart apparaat met het Instrument
Koppelen met smart-apparaten
Als u uw smart apparaat met het instrument wilt koppelen via Bluetooth, moet
u eerst het smart apparaat met het instrument koppelen. Zodra het smart
apparaat met dit instrument is gekoppeld, hoeft u het koppelen niet meer
opnieuw uit te voeren.
1. Houd de knop [FUNCTION] 3 seconden ingedrukt.
Er verschijnt een pop-upvenster waarin wordt aangegeven dat het
instrument klaar is voor het koppelen.
Druk op de knop [EXIT] om het koppelen te annuleren.
2. Schakel de Bluetooth-functie op het smart-apparaat in en
selecteer 'P-515' in de lijst met verbindingen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het smart apparaat voor meer
informatie.
Nadat het koppelen is voltooid, wordt het pop-upvenster gesloten en
verschijnt het Bluetooth-pictogram in de display Voice en de display Song.
3. Speel audiodata af op het smart apparaat om te
controleren of de ingebouwde luidsprekers van het
instrument het audiogeluid kunnen uitvoeren.
Wanneer u het instrument de volgende keer inschakelt, maakt het laatst
verbonden smart apparaat automatisch verbinding met het instrument als de
Bluetooth-functie van het smart apparaat en het instrument is ingeschakeld. Als
niet automatisch verbinding wordt gemaakt, selecteert u de modelnaam van het
instrument in de lijst met verbindingen op het smart apparaat.
Koppelen
'Koppelen' houdt in dat u
smart-apparaten met
Bluetooth-functie registreert op
dit instrument, zodat de twee
apparaten elkaar herkennen
en draadloze communicatie tot
stand kan worden gebracht.
LET OP
Wanneer u het instrument
geforceerd moet uitschakelen
na het koppelen, gaat de
koppelingsinformatie verloren.
Nadat u het instrument
opnieuw hebt opgestart, voert
u de stappen 1 en 2 opnieuw
uit om te koppelen.
OPMERKING
Er kunnen tot 8 smart
apparaten met dit instrument
worden gekoppeld, maar u
kunt slechts één smart
apparaat tegelijk op dit
instrument aansluiten.
Wanneer de koppeling met het
9e smart apparaat tot stand is
gebracht, worden de
koppelingsdata voor het
apparaat met de oudste
koppelingsdatum verwijderd.
OPMERKING
Wanneer de Bluetooth-functie
van dit instrument op 'Off' is
ingesteld, wordt de stand-
bystand voor het koppelen met
het instrument niet
ingeschakeld wanneer u de
knop [FUNCTION] 3 seconden
ingedrukt houdt. Stel in dit
geval Bluetooth in op 'On'
(pagina 83) en begin daarna
te koppelen.
OPMERKING
Voltooi de instellingen op het
smart apparaat binnen 5
minuten.
OPMERKING
Als u een sleutel moet
invoeren, voert u de cijfers
'0000' in.
Voice-display
Bluetooth-pictogram
OPMERKING
U kunt het volume van het
geluid dat via Bluetooth wordt
ingevoerd, aanpassen met
behulp van de schuif
[MASTER VOLUME]. Als u de
volumebalans tussen uw
toetsenspel en het geluid
ingevoerd via Bluetooth wilt
aanpassen, past u het volume
op het smart apparaat aan.
OPMERKING
U kunt beginnen met koppelen
in de menu-display ‘System’:
Druk herhaaldelijk op de knop
[FUNCTION] om de menu-
display 'System' 'Bluetooth'
'Pairing' op te roepen en
druk vervolgens op de
knop [>].