User Manual

87
P-515 Gebruikershandleiding
Live optreden
Geluidsinstelling
Nadat alle instrumenten en microfoons zijn aangesloten, vraagt de PA-operator
elke muzikant om beurtelings zijn of haar instrument te bespelen. U bereidt
zich hier als volgt op voor.
Schakel uw instrument in.
Stel de [MASTER VOLUME]-schuif in op de MIN-stand. Vraag na bij de PA-
operator of u het instrument in kunt schakelen, druk vervolgens op de [
P
]-
schakelaar (stand-by/aan).
Controleer uw instellingen.
Zodra uw instrument ingeschakeld is, controleert u of deze als volgt is ingesteld.
Afgestemd op de andere instrumenten (Master tuning, pagina 35).
Automatische uitschakelfunctie uitgeschakeld (pagina 15).
Voetschakelaar of voetpedaal werkt correct met de toegewezen functie (pagina 99).
Reverb is uitgeschakeld (pagina 28).
Het luidsprekergeluid van uw instrument is wanneer nodig uitgeschakeld (pagina 101).
Bepaal de optimale niveaus.
Wanneer de PA-operator u vraagt om een geluid te spelen, bespeelt u de digitale
piano zoals u dat tijdens uw optreden zou doen en bepaalt u de beste
instellingen voor het volgende.
Volume wanneer u begeleiding speelt
Volume wanneer u het luidst speelt, zoals tijdens een keyboardsolo
Volume van elke gebruikte voice
De schuif [MASTER VOLUME] moet ongeveer tussen 5 en 7 worden ingesteld
voor het spelen van begeleiding en op 8 of 9 als u luider moet spelen. Als het
volume te hoog is ingesteld, kan het geluid vervormd worden; als het te laag is
ingesteld, valt achtergrondruis meer op.
Schakel de functie Sound Boost (geluidsversterking) in als u uw instrument
moeilijk kunt horen in de totale mix. Kies één van de drie verschillende Sound
Boost-types (pagina 37).
De Master EQ-functie kan helpen het optimale geluid voor het live optreden in
te stellen.
Balanceer het totaalgeluid van de band.
Nadat de niveaus van de verschillende instrumenten zijn ingesteld, laat de PA-
operator iedereen samen spelen om het totaalgeluid van de band te balanceren.
Op dat moment moet u naar de dichtstbijzijnde monitorluidspreker luisteren
en ervoor zorgen dat u alles kunt horen wat u nodig hebt om goed te kunnen
spelen. Als u bijvoorbeeld uw eigen geluid, de zanger of een ander instrument
niet goed genoeg kunt horen, moet u de PA-operator vragen om het betreffende
niveau te verhogen in de monitormix.
De configuratie is nu voltooid. U bent nu klaar om live te spelen.
Vergrendel het voorpaneel om fouten te voorkomen.
Met de Panel Lock-functie van uw instrument kunt u de knoppen op het
voorpaneel tijdelijk uitschakelen zodat deze niet onopzettelijk kunnen worden
bediend tijdens een optreden. Bij live optredens schakelt u de functie
Automatisch uitschakelen (pagina 15) uit. Raadpleeg pagina 40 voor meer
informatie over deze functie.