Operation Manual

Bedieningspaneel en aansluitingen
P-95
Gebruikershandleiding
8
NEDERLANDS
Bedieningspaneel en aansluitingen
1
[] (Standby/On)-schakelaar..... pagina 9
Vo or het in- of uitschakelen.
2
[MASTER VOLUME]-regelaar...... pagina 9
Vo or het instellen van het volumeniveau van het
totale geluid.
3
[DEMO/SONG]-knop........pagina's 12, 13
Vo or het afspelen van de demosongs en vooraf
ingestelde pianosongs.
4
TEMPO-knoppen [
gg
gg
] [
hh
hh
]/
SELECT-knoppen [
QQ
QQ
] [
WW
WW
] ...pagina's 12, 13
Tijdens het afspelen van een voice-demo of vooraf
ingestelde pianosong kunt u door op deze knoppen te
drukken de volgende of de vorige song selecteren.
U kunt deze knoppen ook gebruiken om het tempo
van de song te veranderen.
5
[METRONOME]-knop ............... pagina 14
Vo or het gebruiken van de metronoom.
6
[REC]-knop................................ pagina 21
Vo or het opnemen van de muziek die u speelt.
7
[PLAY]-knop .............................. pagina 22
Vo or het afspelen van de opgenomen muziek.
8
VOICE-knoppen ........................pagina 16
Vo or het selecteren van voices uit 10 interne geluiden,
waaronder Grand Piano 1 en 2. U kunt ook twee
voices combineren en deze samen gebruiken.
9
[PEDAL UNIT]-aansluiting.........pagina 10
Vo or het aansluiten van een optionele
pedalenconsole (LP-5A).
)
DC IN-aansluiting .......................pagina 9
Vo or het aansluiten van de netadapter.
!
MIDI [IN] [OUT]-aansluitingen
..pagina 24
Vo or het aansluiten van externe MIDI-apparaten,
zodat u verscheidene MIDI-functies kunt gebruiken.
@ [SUSTAIN]-aansluiting ..............pagina 10
Vo or het aansluiten van het bijgeleverd pedaal,
een optioneel FC3-voetpedaal of een FC4/FC5-
voetschakelaar.
# [PHONES]-aansluiting...............pagina 11
Vo or het aansluiten van een standaardhoofdtelefoon,
voor ongestoord oefenen.
$ Metronoomindicatie.................pagina 14
Geeft aan met welke toetsen u
metronoominstellingen kunt opgeven.
9) ! @
#
12345
867
$
Geeft de
positie van de
aansluitingen
weer, gezien
vanaf de
achterkant
van het
instrument.
Geeft de
positie van de
aansluitingen
weer, gezien
vanaf de
achterkant
van het
instrument.
110