User Manual

27
CLP-955
De functie mode
De [FUNCTION] knop geeft toegang tot een reeks functies die de Clavinova
buitengewoon veelzijdig maken. De functies zijn als volgt in groepen gecategorizeerd:
F1 Stemmen......................................................... 28
F2 Stemming ....................................................... 28
F3 Dual mode functies........................................ 29
F4 Split mode functies........................................ 30
F5 Pedaal functies .............................................. 32
F6 Metronoom volume........................................ 32
F7 Preset song partij annuleer volume ............. 32
F8 MIDI functies .................................................. 33
F9 Backup functies ............................................. 36
Om een functie te selecteren … ....................................................
ZDruk op de [FUNCTION] knop zodat de indicator oplicht.
Opm.
Functies kunnen niet worden geselecteerd tijdens het afspelen van
demo/preset song of als de user song recorder actief is.
XGebruik de FUNCTION [<] en [>] knoppen om de gewenste functie te
selecteren: F1 t/m F9.
CIn het geval van stemming (F2), dual mode (F3), split mode (F4),
pedaal functies (F5), MIDI (F8) en backup (F9) functies, moet u
nog een keer op de [+/YES] knop drukken om de daarbij behorende
sub mode op te roepen, nadat de functie is geselecteerd en dan
opnieuw de FUNCTION [<] en [>] knoppen gebruiken om de
gewenste sub functie te selecteren.
Opm.
De dual of split mode moet worden geactiveerd voordat de respectievelijk
de F3 en F4 functies kunnen worden geselecteerd. Als de
corresponderende mode niet geactiveerd is zal “
F3.-
” of “
F4.-
” in de
display verschijnen en de corresponderende sub mode zal niet
beschikbaar zijn.
De dual mode kan in de functie mode worden geactiveerd, maar de
functie mode moet worden verlaten, voordat de split mode kan worden
geactiveerd.
VStel de functie in zoals gewenst met de [–/NO] en [+/YES]
knoppen (zie de individuele functie beschrijving hierna).
Opm.
Na het selecteren van de functie wordt er, als er voor het eerst op de [–/
NO] of [+/YES] knop wordt gedrukt, de huidige instelling getoond.
BDruk op de [FUNCTION] knop, zodat de indicator uit gaat, om de
functie mode te verlaten.
Bedieningsvoorbeeld
(sub mode)
Druk op [+/YES]
Gebruik FUNCTION
[<], [>]
Gebruik [/NO], [+/YES]
Druk eenmaal op [/
NO] of [+/YES]
FUNC-
TION
TEMPO
FUNCTION