Operation Manual

P-80■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■
25
De Song Opnamefunctie Gebruiken
Afspelen
Zorg, om af te spelen wat u heeft opgenomen, eerst dat de groene lampjes van
de tracks die u wilt afspelen, branden. Zo niet, druk dan op de betreffende track
knop(pen) zodat ze gaan branden. Druk vervolgens op de SONG [START/STOP]
knop. Het afspelen start aan het begin van de opgenomen data en stopt automatisch
aan het einde ervan. U kunt het afspelen ook tussentijds stoppen door op de SONG
[START/STOP] knop te drukken.
Om een track uit te zetten, zodat hij niet afspeelt, drukt u op de betreffende track
knop zodat het lampje uitgaat (druk er opnieuw op om de track weer aan te zetten).
Tijdens het afspelen is het actuele maatnummer continue a eesbaar.
. Het is mogelijk om op het toetsenbord mee te spelen tijdens het afspelen. In dat geval
is de afspelende voice en de voice die u vanaf het toetsenbord bespeelt niet dezelfde.
De afspelende voice is de voice die was geselecteerd toen de data werd opgenomen.
De voice die u vanaf het toetsenbord bespeelt is de voice die op dat moment op
het paneel is geselecteerd.
. Het afspeelvolume kan worden ingesteld met behulp van de [MASTER VOLUME]
schuif en het tempo met de [TEMPO/FUNCTION #, ] knoppen (druk tegelijk op
[TEMPO/FUNCTION #, ] knoppen om het standaardtempo terug te zetten).
. Alle opgenomen song data wordt ongeveer één week door het geheugen onthouden, nadat
het instrument is uitgezet. Indien u deze data langer wilt bewaren, zet het instrument dan
minstens één keer in de week een paar minuten aan. Het is ook mogelijk om de data op
te slaan via een extern MIDI opslagmedium, zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer,
door gebruik te maken van de Bulk Data Dump functie die wordt beschreven op blz. 34.
. De track lampjes gaan niet automatisch branden wanneer het instrument wordt
aangezet, zelfs niet als de opnamefunctie data bevat. Daarom is het nodig om op de
track knop(pen) te drukken zodat de betreffende groene lampjes gaan branden voordat
het afspelen wordt gestart. Het is ook verstandig om op de track knoppen te drukken,
om te controleren of tracks data bevatten, voordat u met opnemen begint. Als er een
groen lampje gaat branden wanneer u op de betreffende knop drukt, dan bevat die track
data die zal worden gewist en vervangen door de nieuw op te nemen data.
. Wanneer de metronoom tijdens het afspelen wordt gebruikt, dan wordt deze automa-
tisch gestopt wanneer het afspelen wordt gestopt.
. Tijdens het afspelen is het volume van een uitgezette track altijd 0 (d.w.z. de functie
Volume Uitgezette Preset Song Partij - blz. 31 - is dus uitsluitend van toepassing op
het afspelen van preset songs).
. Afspelende data wordt niet verzonden via de MIDI OUT aansluiting.
. Het afspelen kan niet worden gestart terwijl de demo/preset mode is geactiveerd.
. Het afspelen kan niet worden gestart wanneer de opnamefunctie geen data bevat, of
wanneer beide track knoppen uit zijn.
. Wanneer REVERB of EFFECT wordt gebruikt tijdens het afspelen, dan zal afhankelijk
van de omstandigheden, één reverb en één effect prioriteit krijgen.
Synchro Start..................................................................
Wanneer de Synchro Startfunctie in geactiveerd, zal het afspelen automatisch
starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
De Synchro Startfunctie wordt als volgt geactiveerd: Druk op de SONG
[START/STOP] knop terwijl u een track knop, die reeds aanstaat, ingedrukt
houdt. De punt, rechts in de display, knippert in het huidige tempo. (Herhaal
deze procedure om de Synchro Startfunctie weer uit te schakelen.) Het afspelen
zal nu starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Wanneer u een Track knop die uitstaat, ingedrukt houdt terwijl u de SONG
[START/STOP] knop indrukt, dan wordt deze hierdoor aangezet en wordt de
Synchro Start mode geactiveerd.