Operation Manual

31
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
3 Wijzigen van de parameterinstelling of waarde.
Als de “FUNCTION” indicator is gestopt met knipperen, kunt u met
het numerieke toetsenbord of de +/- knoppen de waarde of de
instelling veranderen. (De waarde/instelling is links van de
parameternaam te zien).
Terugroepen van de
standaardinstelling
Als u de
parameterinstelling hebt
gewijzigd, kunt u direct de
standaard instelling
terugroepen door de + en
- knoppen tegelijkertijd in
te drukken.
Negatieve waarden
Om direct een negatieve
waarde in te voeren (voor
parameters die met
negatieve waarden
werken), houdt u de
- knop in gedrukt, terwijl u
op het gewenste nummer
drukt.
Parameterwaarde of
instelling
Parameternaam
100
M.Volume
STYLE
FUNCTION
Nr. Parameternaam Displaynaam Bereik/Instellingen
F01 Main Voice Volume M.Volume 0 — 127
F02 Main Voice Octave M.Octave -2 — 2 (octaven)
F03 Main Voice Panorama M.Pan -7 (links) —
0 (midden —
7 (rechts)
F04 Main Voice Reverb M.RevLvl 0 — 127
Send Level
F05 Main Voice Chorus M.ChoLvl 0 — 127
Send Level
F06 Main Voice DSP M.DspLvl 0 — 127
Effect Send Level
Beschrijving
Dit bepaalt het volume van de Main voice, zodat u een
optimale mix kunt creëren met de Dual of Split voice.
Dit bepaalt de octaafinstelling van de Main voice. Stel
hier het meest passende bereik voor de Main voice in
als u de Spli mode gebruikt, of creëer hiermee in de
Dual mode een octavering (layer met één octaaf
verschil).
Dit bepaalt de positie van de Main voice in het
stereobeeld.
Dit bepaalt hoeveel signaal er van de Main voice naar
het Reverb effect wordt verstuurd (zie blz.40). Hogere
waarden resulteren in een groter Reverb effect.
Dit bepaalt hoeveel signaal er van de Main voice naar
het Chorus effect wordt verstuurd (zie blz.41). Hogere
waarden resulteren in een dieper Chorus effect.
Dit bepaalt hoeveel signaal er van de Main voice naar
het DSP effect wordt verstuurd (zie blz.42). Hogere
waarden resulteren in meer DSP effect.
Deze instellingen worden
niet bewaard als u het
instrument uitschakelt. Als
u ze wilt bewaren, kunt u
ze in een Userbank
veiligstellen met de One
Touch Setting functie
(blz.72).
4 Andere parameters instellen, indien nodig.
Herhaal stap 1-3 om andere parameters te kiezen en in te stellen.
5 De Functie mode verlaten
Als alle gewenste instellingen zijn gemaakt, drukt u op één van de
andere mode-knoppen (SONG, STYLE of VOICE).
Functieparameters
OPMERKING