Operation Manual

58
INSTELLEN VAN HET BEGELEIDINGSSPLITPUNT
Het begeleidingssplitpunt bepaalt de hoogste toets van het begeleidings-
gedeelte van het toetsenbord. De begeleiding kan worden gespeeld op de
toetsen tot en met de begeleidingssplitpunttoets.
Deze parameter kan lager (maar niet hoger) ingesteld worden dan het
splitpunt in de Splitmode. Als er verschillende waarden ingesteld worden
krijgt u de volgende situatie: :
• Als het splitpunt in de splitmode hoger is ingesteld dan het begeleidingssplitpunt:
• Als het splitpunt in de splitmode gelijk is ingesteld aan het
begeleidindingssplitpunt:
1 Roep de Functie mode op.
Druk op de FUNCTION knop.
2 Kies de begeleidingssplitpuntparameter (AcmpSPnt).
Kies met het numerieke toetsenbord, terwijl de “FUNCTION” indicator
knippert, de begeleidingssplitpuntparameter (Accompaniment Split Point
parameter #51). (Voor meer informatie over deze parameter zie hierna).
Het Functieparameternummer kan op dezelfde manier worden gekozen als
bij de voices (zie blz.28) — met het numerieke toetsenbord, de +/- knop-
pen of de FUNCTION knop.
• Aangezien de
“FUNCTION” indicator
slechts enkele seconden
knippert, dient u de
parameter snel na stap 1
hierboven te kiezen.
F51
AcmpSPnt
STYLE
FUNCTION
Begeleiding
Split
Main
Split voice +
Begeleidingsgedeelte
Main
AUTOMATISCHE BEGELEIDING - DE STIJLMODE
BELANGRIJK