Operation Manual

82
5 Start het opnemen.
Als de “RECORD“ indicator stopt met knipperen en de telbalken en spoor-
nummers gaan knipperen, kunt u het opnemen starten door gewoon op
het toetsenbord te spelen (of op de START/STOP knop te drukken).
Opnemen op het akkoordenspoor
Een speciaal akkoordenspoor is voorhanden om de begeleidings-
gegevens op te nemen. Dit wordt automatisch opgenomen op het
akkoordenspoor (spoor 6). Om het akkoordenspoor te kiezen en de
begeleiding aan te schakelen drukt u op de ACMP ON/OFF knop.
U kunt ook gelijktijdig één van de melodiesporen (1-5) opnemen en
het akkoordenspoor (6).
SONG OPNAME
Als de begeleiding al aan
stond op het moment van
het activeren van de
Opname mode, wordt
automatisch het akkoorden-
spoor geselecteerd.
Als u voor het opnemen nog wilt oefenen, drukt u op de SYNC-START knop
om de Sync-Start uit te schakelen. Na het oefenen drukt u weer op SYNC-
START om deze weer aan te schakelen.
Als u op dit moment het opnemen wilt annuleren, drukt u nogmaals op de
RECORD knop.
Deze functie kan ook
worden bediend door
middel van een aangesloten
voetschakelaar. (Zie blz.91.)
ACMP
ON/OFF
SYNC-
START
START/
STOP
INTRO/
ENDING
rit.
M
A
AU
T
Als u op het akkoordenspoor opneemt
Terwijl de Sync-Start aan staat, speelt u het eerste akkoord van de
song in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De begelei-
ding start automatisch en u kunt het opnemen voortzetten, terwijl u
de andere akkoorden van de begeleiding speelt.
6 Stoppen met opnemen.
Als u het gedeelte gespeeld heeft, drukt u op de START/STOP knop.
001 116
MEASURE TEMPO
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
00
001 116
MEASURE TEMPO
SONG
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
Geeft klaar voor opname
aan.
Knipperende telbalken
geven aan dat Sync-Start
aan staat.
OPMERKING
OPMERKING