Operation Manual

85
SONG OPNAME
3 Selecteer een User song voor opname.
De bediening hiervan is gelijk aan die van Realtime opname (blz.81).
4 Selecteer een spoornummer.
Druk op de SONG MEMORY knop die overeenkomt met het gewenste
spoor.
Het akkoordenspoor opnemen
Een speciaal akkoordenspoor is voorhanden om de begeleidings-
gegevens op te nemen. Dit wordt automatisch opgenomen op het
akkoordenspoor (spoor 6). Om het akkoordenspoor te kiezen en de
begeleiding aan te schakelen drukt u op de ACMP ON/OFF knop.
In tegenstelling tot bij de
relatime opname, kunt u
met step opname slechts
één spoor tegelijk opnemen.
Ook het akkoordenspoor
kan niet tegelijkertijd met
een ander spoor worden
opgenomen.
SONG TRACK
4
5
321
6~16
5 Start het opnemen.
Als de “RECORD“ indicator stopt met knipperen en de telbalken en spoor-
nummers gaan knipperen, kunt u het opnemen starten. Neem elke noot
(of akkoord) en rust individueel op zoals hier staat beschreven:
Er kunnen meerdere noten
tegelijk worden opgenomen,
maar alleen de laatst
gespeelde noot verschijnt in
de display.
Noten opnemen
1) Kies het gewenste punt in de song (maat/tel) met de +/-
knoppen. (Elke druk op de knop komt overeen met één tel
verder of één tel terug).
2) Speel de gewenste toets of toetsen. (De naam van de noot
verschijnt bovenin de display).
Als u akkoorden op het akkoordenspoor opneemt, zorg ervoor
dat de begeleiding aan staat. Speel dan het gewenste akkoord
in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
ACMP
ON/OFF
SYNC-
START
START/
STOP
INTRO/
ENDING
r
i
001
MEASURE
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
101-
OPMERKING
OPMERKING