User Manual

PSR-E263 YPT-260 Gebruikershandleiding
13
Gedetailleerde instellingen opgeven
1 Druk herhaaldelijk op [FUNCTION] @3 om de gewenste instelling op te roepen uit verschillende items zoals
Transpose, Tuning, Split Point, Sustain en Time Signature van de metronoom.
2 Stel de waarde in met de nummerknoppen.
Functielijst
Functie-
nummer
Functienaam Display Bereik/instellingen
Standaard-
waarde
Beschrijving
Vol ume
001 Style Volume StyleVol 000–127 100 Bepaalt het volume van de stijl. (pagina 11)
002 Song Volume SongVol 000–127 100 Bepaalt het volume van de song. (pagina 10)
Algemeen
003 Transpose Transpos -12–12 0
Bepaalt de toonhoogte van het instrument in eenheden van
een halve toon.
004 Tuning Tuning 427,0–453,0 Hz
440,0 Hz
***
Bepaalt de fijnafstemming van de toonhoogte van het hele
instrument in stapjes van circa 0,2 Hz.
005 Split Point SplitPnt 036–096 (C1–C6) 54 (F#2)
Bepaalt het 'splitpunt' (met andere woorden, de toets die de
grens is tussen het gedeelte voor automatische begeleiding
en de voice). (pagina 11)
Voice (pagina 10)
006 Volume M.Volume 000–127 *
Past het volume van het toetsenspel aan wanneer u met een
song of stijl meespeelt.
007 Octave M.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de voice.
008 Chorus Depth M.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het choruseffect
wordt verzonden.
Effecten
009 Reverb Type Reverb
01–03 (Hall 1–3)
04–05 (Room 1–2)
06–07 (Stage 1–2)
08–09 (Plate 1–2)
10 (Off)
** Bepaalt het reverbtype, waaronder 'uit' (10). (pagina 24)
010 Reverb Level RevLevel 000–127 64
Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het reverbeffect
wordt verzonden.
011 Chorus Type Chorus
1 (Chorus1)
2 (Chorus2)
3 (Chorus3)
4 (Flanger1)
5 (Flanger2)
6 (off)
** Bepaalt het chorustype, waaronder 'uit' (6). (pagina 24)
012 Panel Sustain Sustain ON/OFF
OFF
***
Bepaalt of de functie Paneelsustain aan of uit staat.
013 Master EQ Type MasterEQ
1 (Speaker)
2 (Headphone)
3 (Boost)
4 (Piano)
5 (Bright)
6 (Mild)
1 (Speaker)
***
Stelt de equalizer voor de uitgang van de luidspreker in
op een optimaal geluid in verschillende luistersituaties.
014 Wide Type Wide
1 (Wide1)
2 (Wide2)
3 (Wide3)
2 (Wide2)
Bepaalt het type Ultra-Wide Stereo.
Hogere waarden produceren een beter Wide-effect. (pagina 9)
Master EQ-typen
1
Speaker
(Luidspreker)
Ideaal om via de ingebouwde
luidsprekers van het instrument
te luisteren.
2
Headphone
(Hoofdtelefoon)
Ideaal voor hoofdtelefoon of om via
de externe luidsprekers te luisteren.
3
Boost (Volume-
versterking)
Zorgt voor een krachtiger geluid.
4
Piano
Ideaal voor performance van solo
voor piano.
5
Bright
(Helder)
Verlaagt het middenbereik voor een
helderder geluid.
6
Mild
Verlaagt het hoge bereik voor een
zachter geluid.