User Manual

PSR-E360 Gebruikershandleiding
13
Gedetailleerde instellingen maken
1
Druk herhaaldelijk op [FUNCTION]
@3
om de gewenste instelling op te roepen uit verschillende items zoals Transpose, Tuning, Split Point, Touch Response en Time
Signature van de metronoom.
2
Stel de waarde in met de nummerknoppen.
3
Druk op een van deze knoppen als u de functie-instellingen wilt afsluiten: [SONG], [VOICE] of [STYLE].
Functielijst
Functienummer
Functienaam Display Bereik/instellingen
Standaard-
waarde
Beschrijvingen
Vol ume
001 Style Volume StyleVol 000–127 100 Bepaalt het volume van de stijl (pagina 11).
002 Song Volume SongVol 000–127 100 Bepaalt het volume van de song (pagina 11).
Algemeen
003 Transpose Transpos -12–12 0 Bepaalt de toonhoogte van het instrument in eenheden van een halve toon.
004 Tuning Tuning 427,0 - 453,0 Hz
440,0 Hz
***
Bepaalt de fijnafstemming van de toonhoogte van het hele instrument in stapjes van circa 0,2 Hz.
005 Split Point SplitPnt 036–096 (C1–C6) 54 (F#2)
Bepaalt het 'splitpunt'–met andere woorden, de toets die de grens is tussen het gedeelte voor automatische
begeleiding en de voice (pagina 11).
006 Touch Response TouchRes
1 (Soft), 2 (Medium),
3 (Hard), 4 (Fixed)
2 (Medium)
***
Bepaalt de optimale aanslagrespons waarmee u dynamisch en expressief het niveau van de voices kunt
regelen op basis van uw speelsterkte.
Voice (pagina 10)
007 Volume M.Volume 000–127 * Past het volume van de keyboardperformance aan wanneer u met een song of stijl meespeelt.
008 Octave M.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de voice.
009 Chorus Depth M.Chorus 000–127 * Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het choruseffect wordt verzonden.
Effecten
010 Reverb Type Reverb
01–03 (Hall 1–3), 04–05 (Room 1–2),
06–07 (Stage 1–2),
08–09 (Plate 1–2), 10 (Off)
** Bepaalt het reverbtype, waaronder 'uit' (10) (pagina 21).
011 Reverb Level RevLevel 000–127 64
Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het reverbeffect wordt verzonden.
012 Chorus Type Chorus
1 (Chorus1), 2 (Chorus2),
3 (Chorus3), 4 (Flanger1),
5 (Flanger2), 6 (off)
** Bepaalt het chorustype, waaronder 'uit' (6) (pagina 21).
1Soft
Produceert een relatief hoog
volume zelfs bij een lichte
speelsterkte. Meest geschikt voor
spelers met een lichte aanslag die
een gelijkmatig, relatief hard
volume willen houden.
2Medium
Produceert een redelijk normale
toetsreactie.
3Hard
Voor een luid volume moeten de
toetsen heel krachtig worden
bespeeld. Deze instelling is zeer
geschikt voor een groot dynamisch
bereik en een optimale expressieve
besturing van het geluid, van
pianissimo tot fortissimo.
4Fixed
Alle noten worden met hetzelfde
volume afgespeeld, onafhankelijk
van hoe hard er op het keyboard
wordt gespeeld.