User Manual

Aansluiten op externe apparaten
PSR-E473, PSR-EW425 Gebruikershandleiding
55
Raadpleeg de Smart Device Connection Manual
(Handleiding voor het aansluiten van smartapparaten)
on de website (pagina 11) voor meer informatie over
het aansluiten van een smartapparaat.
Bestanden overbrengen (inclusief
songs en stijlen)
U kunt een MIDI-bestand overbrengen naar het
instrument als gedownloade song afspelen, of een
stijlbestand overbrengen naar het instrument en als
ingebouwde stijl gebruiken. U kunt ook back-
upbestanden overbrengen naar en opslaan op een
ander apparaat.
Bestanden overbrengen naar en van een computer:
Schakel 'Storage Mode' (pagina 66, functie 076) in
de functie-instellingen in om het instrument als
extern opslagapparaat te gebruiken.
Bestanden overbrengen naar en van een
smartapparaat:
Gebruik de app MusicSoft Manager. Raadpleeg de
volgende website voor meer informatie.
https://www.yamaha.com/kbdapps/
MIDI-data verzenden en ontvangen
U kunt luisteren naar MIDI-bestanden die op een
computer of smartapparaat worden afgespeeld via
de luidsprekers van het instrument, of een
performance op het instrument verzenden naar een
computer of smartapparaat als MIDI-data.
Audiodata verzenden en ontvangen
(functie USB-audio-interface)
U kunt luisteren naar audiobestanden die op een
computer of smartapparaat worden afgespeeld via
de luidsprekers van het instrument, of een
performance op het instrument verzenden naar een
computer of smartapparaat als audiodata.
Er moet een stuurprogramma zijn geïnstalleerd om
audiodata te verzenden naar en ontvangen van een
computer met Windows. Raadpleeg het document
'Computer-related Operations' op de website
(pagina 11) voor meer informatie.
Apps op smartapparaten gebruiken
Het gebruik van apps op smartapparaten in
combinatie met het instrument breidt de
mogelijkheden uit, zoals het opnemen en
onmiddellijk delen van een performance.
Raadpleeg de volgende website voor informatie over
compatibele smartapparaten en apps.
https://www.yamaha.com/kbdapps/
• Gebruik een USB-kabel van het type AB van minder dan
3 meter lang.
• USB 3.0-kabels kunnen niet worden gebruikt.
• Schakel Storage Mode alleen in bij het overbrengen van
bestanden naar en van een computer. Als de Storage Mode is
ingeschakeld, kunt u het instrument niet bespelen of bedienen en
ook geen MIDI-data en audiodata verzenden of ontvangen.
• De maximale bestandsgrootte die naar het instrument kan
worden overgebracht, is in totaal ongeveer 1,72 MB.
• De bestanden die naar het instrument worden overgebracht,
worden gesorteerd volgens de volgende
bestandsnaamvolgorde: symbool
→ nummer → alfabet.
Bestanden die kunnen worden overgedragen
• MIDI-bestanden (extensie: .MID)
MIDI-bestanden die op andere instrumenten of
computers zijn gemaakt, kunnen naar dit instrument
worden overgebracht als songs.
• Stijlbestanden (extensie: .STY)
Stijlbestanden die met andere apparaten zijn gemaakt,
kunnen naar dit instrument worden overgebracht.
• Back-upbestanden (extensie: .BUP)
Data in het instrument kunnen worden opgeslagen als
één back-upbestand. Raadpleegt 'Back-updata'
(pagina 68) voor meer informatie over welke informatie
wordt opgeslagen.
USB-kabel
USB-
aansluiting
InstrumentComputer
[USB TO HOST]
aansluiting
LET OP
OPMERKING
• Met dit instrument kunnen gebruikerssongs niet worden
overgebracht naar externe apparaten via de aansluiting [USB
TO HOST]. Als u gebruikerssongs wilt exporteren, slaat u ze
op een USB-flashstation (pagina 59) op.
• De maximale grootte van een stijlbestand is 50 KB.
Bestanden die deze limiet overschrijden, worden niet herkend
door het instrument.
Als u een DAW (digital audio workstation) gebruikt met dit
instrument, stelt u 'Audio Loop Back' (pagina 66, functie
070) in op OFF.
Als deze optie is ingesteld op ON, wordt een mix van de
audiodata en het geluid van het instrument naar de DAW
verzonden, wat terugkoppeling en bijgeluiden kan
veroorzaken.
• U kunt het volume aanpassen op de computer of het
smartapparaat en met de regelaar [MASTER VOLUME] van
het instrument. Daarnaast kunt u het volume van de audio-
invoer van de aansluiting [USB TO HOST] aanpassen in de
functie-instellingen (pagina 66, functie 069).
• Als u afgespeelde audio uitvoert van het instrument naar een
computer, bijvoorbeeld als u de audio-invoer van de
aansluiting [USB TO HOST]-aansluiting in een laag toevoegt
aan de performance-audio van het instrument en dit opneemt
op een computer, kunt u de regelaar [MASTER VOLUME] niet
gebruiken om het volume aan te passen.
OPMERKING
LET OP
OPMERKING