User Manual
Table Of Contents
- Compatibele indeling en functies
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Opstellen
- Basisbediening en display-items
- De algemene functies gebruiken
- Diverse instrumentvoices bespelen
- Effecten toevoegen op de performance en het afspelen
- Originele geluiden maken met behulp van de knoppen
- Spelen met ritme en automatische begeleiding (stijlen)
- Songs of audiobestanden afspelen
- Een microfoon aansluiten en gebruiken
- Spelen met Groove Creator
- Quick Sampling gebruiken
- Uw performance opnemen
- Uw favoriete instellingen opslaan (registratiegeheugen)
- Aansluiten op externe apparaten
- Een USB-flashstation aansluiten
- De functies
- Back-up en initialisatie
- Problemen oplossen
- Specificaties
- Index
PSR-E473, PSR-EW425 Gebruikershandleiding
28
Effecten toevoegen op de performance en het afspelen
U kunt uw expressiebereik uitbreiden door effecten toe te voegen aan uw toetsenspel, het
afspelen van stijlen/songs/grooves en microfoongeluid.
Dit instrument beschikt over twee DSP's (digitale
signaalprocessors) voor het toepassen van digitale
effecten die het geluid versterken (DSP1, DSP2).
DSP1 past DSP-effecten toe op de hoofdvoice en
DSP2 past DSP-effecten toe op opgegeven partijen
in de functie-instellingen (pagina 63, functie 043).
Raadpleeg de lijst met effecttypen in de Data List op
de website (pagina 11) voor meer informatie over de
beschikbare typen DSP-effecten.
DSP1-instellingen:
Als u een hoofdvoice selecteert, wordt automatisch
het optimale type DSP1-effect geselecteerd.
Als u het DSP1-effecttype wilt wijzigen of DSP1 wilt
uitschakelen, brengt u deze wijzigingen aan in de
functie-instellingen (pagina 63, functie 041).
DSP2-instellingen:
Het DSP2-effect wordt niet automatisch
geselecteerd. U kunt dit effect gebruiken door DSP2
in te schakelen en zelf het type en doel voor het
effect te selecteren.
1
Druk op de knop [DSP2] om DSP2 in te
schakelen.
2
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk
op de knop [DSP2] om de instelling
'DSP2Type' op te roepen.
Het huidige DSP2-type wordt weergegeven.
3
Draai aan de draaiknop om het gewenste
DSP2-type te selecteren.
4
Druk op de knop [ENTER] om de
instelling 'DSP2Type' te verlaten.
5
Draai aan de draaiknop totdat functie
043 'DSP2Part' wordt weergegeven.
6
Druk op de knop [ENTER] om de
instelling 'DSP2Part' op te roepen.
De huidige partij die het doel is, wordt
weergegeven.
7
Draai aan de draaiknop om de doelpartij
voor het DSP2-effect te selecteren.
Hieronder ziet u welke doelpartijen
overeenkomen met de instellingswaarden.
8
Druk op de knop [FUNCTION] om de
functie-instellingen te verlaten.
9
Speel de partij die u bij stap 7 hebt
geselecteerd en zorg ervoor dat het
DSP2-effect wordt toegepast.
10
Druk nogmaals op de knop [DSP2] om
DSP2 uit te zetten.
DSP-effecten toevoegen
Dit wordt weergegeven
als DSP1 actief is.
Dit wordt
weergegeven als
DSP2 actief is.
RotarySp
042
01
Huidige DSP2-type
Ingedrukt houden
1 All Alle partijen van 2 tot 5
2 Keyboard Hoofd-, dual- en splitvoices
3 Backing Stijl, groove, song afspelen,
MIDI-invoer
4 Mic Microfooninvoer
5 Sampling Samplepad afspelen
Beperkingen bij het opnemen van een
gebruikerssong (MIDI)
DSP1- en DSP2-instellingen (type, aan/uit, doelpartij)
worden niet opgenomen in gebruikerssongs. U kunt wel
uw performance met DSP-effecten opnemen en als
audiobestand opslaan op een USB-flashstation.
• DSP1- en DSP2-instellingen kunnen in het
registratiegeheugen worden opgeslagen en daaruit worden
opgeroepen (pagina 51).
• Raadpleeg het blokdiagram in de Reference Manual op de
website (pagina 11) voor meer informatie over de DSP1,
DSP2 en andere effecten.
All
1
OPMERKING