User Manual

Table Of Contents
PSR-S670 Gebruikershandleiding 87
Mixing Console - Volume en toonbalans bewerken -
8
3 Roep de gewenste pagina op met de knoppen TAB [E][F].
Raadpleeg de naslaggids op de website voor meer informatie over elkepagina.
VOL/VOICE ......Wijzigt de voice voor elk gedeelte en past de panregeling en
het volume voor elk gedeelte aan.
• FILTER..............Past de harmonische inhoud (resonantie) en de helderheid van
het geluid aan.
• TUNE ................Toonhoogtegerelateerde instellingen (afstemmen,
transponeren enzovoort).
• EFFECT............Selecteert het effecttype en past de diepte ervan aan voor elke
partij.
• MEQ ..................Hiermee selecteert u het type masterequalizer dat wordt
toegepast op het hele geluid en kunt u de bijbehorende
parameters bewerken.
• CMP ..................Dit is de Master Compressor-instelling die de dynamiek van
het totale geluid bepaalt.
4 Gebruik de cursorknoppen
[
][
][
E
][
F
]
om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [1 ] – [8 ]-knoppen
om de waarde voor elke partij in te stellen.
5 Sla de Mixing Console-instellingen op.
OPMERKING
De MEQ- en CMP-instellingen worden
niet toegepast op afgespeelde audio of
het metronoomgeluid.
Instellingen van de display PANEL opslaan:
Registreer deze in het Registration Memory (pagina 83).
Instellingen van de display STYLE opslaan:
Sla deze op als stijlgegevens. Als u de instellingen later wilt terughalen, selecteert
u het stijlbestand dat u hier hebt opgeslagen.
1. Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] TAB [F] MENU 2 Cursorknoppen [][][E][F]
STYLE CREATOR
[ENTER]
2. Druk op een van de [5 ]/[6 ]-knoppen (CURRENT STYLE)
wanneer het bericht is weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de
bestaande stijl wilt bewerken of een nieuwe stijl wilt maken.
3. Druk op de knop [EXIT] om de REC CHANNEL-display te sluiten.
4. Druk op een van de [8 ]-knoppen (SAVE) om de display voor
stijlselectie op te roepen en sla deze op (pagina 26).
Instellingen van de SONG-display opslaan:
Registreer eerst de bewerkte instellingen als deel van de songgegevens (SETUP)
en sla daarna de song op. Als u de instellingen later wilt terughalen, selecteert u
het songbestand dat u hier hebt opgeslagen.
1. Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] TAB [F] MENU 2 Cursorknoppen [][][E][F]
SONG CREATOR [ENTER]
2. Gebruik de TAB-knoppen [E][F] om de SETUP-tab te selecteren.
3. Druk op de [ENTER]-knop.
4. Druk op een van de [8 ]-knoppen (SAVE) om de display voor
songselectie op te roepen en sla deze op (pagina 26).
Geavanceerde functies
Zie hoofdstuk 8 in de naslaggids op de website.