Operation Manual

Voices gebruiken, maken en bewerken
Voice maken—Voice Set
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
102
VIBRATO
EFFECT/EQ
1. REVERB DEPTH/CHORUS DEPTH/DSP DEPTH
2. DSP
3. EQ
HARMONY
Met Harmony worden de gedeelten Rechts 1 en 2 samen ingesteld. Druk op de
knop PART SELECT [RIGHT 1] voordat u deze instelling uitvoert.
De instellingen zijn dezelfde als die in de display van 'Het Harmony/Echo-type
selecteren' op pagina 89 in stap 2.
Vibrato:
Een trillend, vibrerend
geluidseffect dat wordt
geproduceerd door de
toonhoogte van de voice
gelijkmatig te moduleren.
DEPTH Hiermee wordt de intensiteit bepaald van het Vibrato-effect.
Hogere instellingen resulteren in een meer geprononceerde vibrato.
SPEED Hiermee wordt de snelheid bepaald van het Vibrato-effect.
DELAY
Hiermee wordt de hoeveelheid tijd bepaald die verstrijkt tussen het
spelen van een toets en het begin van het Vibrato-effect. Hogere
instellingen vergroten de delay (vertraging) van de vibrato-activering.
REVERB DEPTH Hiermee wordt de diepte van de reverb (pagina 95) aangepast.
CHORUS DEPTH Hiermee wordt de diepte van de chorus (pagina 95) aangepast.
DSP DEPTH Hiermee wordt de diepte van de DSP (pagina 95) aangepast.
Als u het DSP-type opnieuw wilt selecteren, kunt u dit doen in het
DSP-menu dat hieronder wordt beschreven.
DSP ON/OFF Hiermee wordt bepaald of de DSP is in- of uitgeschakeld.
Deze instelling kan ook worden uitgevoerd vanuit de knop VOICE
CONTROL 'DSP' op het paneel (pagina 53).
PANEL SUSTAIN Hiermee wordt het sustain-niveau bepaald dat wordt toegepast op
de bewerkte voice wanneer de knop VOICE CONTROL [SUSTAIN]
op het paneel is ingesteld op ON (pagina 53).
DSP TYPE Hiermee worden de categorie en het type van het DSP-effect
geselecteerd. Selecteer een type nadat u een categorie hebt
geselecteerd.
VARIATION Voor elk DSP-type zijn twee variaties beschikbaar.
U kunt hier de aan/uit-status van VARIATION en de waarde van de
variatieparameter bewerken.
ON/OFF
De in de fabriek geprogrammeerde toewijzingen zijn ingesteld op
geen variatie voor alle voices (de standaardvariatie van DSP is
toegewezen). Als u hier VARIATION ON selecteert, wordt een
variatie van het DSP-effect toegewezen aan de voice. De waarde
van de variatieparameter kan worden aangepast in het menu
VALUE dat hierna wordt beschreven. Deze instelling kan ook
worden uitgevoerd vanuit de knop VOICE CONTROL 'DSP VARI.'
op het paneel (pagina 53). De knop werkt alleen als de knop
[DSP] is ingeschakeld.
PARAMETER
Hiermee wordt de variatieparameter weergegeven.
VALUE
Hiermee wordt de waarde aangepast van de DSP-variatieparameter.
EQ LOW/HIGH Hiermee worden de frequentie en versterking bepaald van de lage
en hoge EQ-banden.
Toonhoogte
Time
SPEED
DEPTH
DELAY