Operation Manual

Voices gebruiken, maken en bewerken
Voice maken—Voice Set
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
104
5 Bewerk de voice met de knoppen [A]–[D], [F]–[H] en [1
ππ
ππ
]–[8
ππ
ππ
].
6 Druk op de knop [I] (SAVE) om de bewerkte ORGAN FLUTES-voice op
te slaan (pagina 73).
Bewerkbare parameters in de displays van VOICE SET
[ORGAN FLUTES]
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de bewerkbare parameters die
worden ingesteld in de displays die worden beschreven in stap 3 van de
'Basisprocedure'. De Organ Flutes-parameters zijn ondergebracht in drie
verschillende pagina's. Hierna worden de parameters van elke pagina afzonderlijk
beschreven. Zij worden tevens behandeld als onderdeel van de Voice Set-
parameters (pagina 105), die automatisch worden opgeroepen wanneer de voice
wordt geselecteerd.
FOOTAGE, VOLUME/ATTACK (algemene parameters)
FOOTAGE
LET OP
Als u een andere voice
selecteert zonder de
instellingen op te slaan, gaan
de instellingen verloren. Als u
de instellingen hier wilt
opslaan, zorg er dan voor dat
u de instellingen als een User-
voice opslaat, voordat u een
andere voice selecteert of het
instrument uitzet.
ORGAN TYPE Met deze parameter wordt het type orgeltoongenerator opgegeven
dat wordt nagebootst: Sine (sinus) of Vintage.
ROTARY SP SPEED Hiermee wordt beurtelings overgeschakeld tussen de langzame en
de snel draaiende luidspreker als een effect voor draaiende
luidspreker is geselecteerd voor de Organ Flutes (zie de parameter
van het DSP-type 'EFFECT/EQ' op pagina 102) en als de DSP voor
voice-effect (pagina 102) is ingeschakeld (deze parameter heeft
hetzelfde effect als de Voice Effect-parameter VARIATION ON/OFF).
VIBRATO ON/OFF Hiermee wordt het vibrato-effect voor de Organ Flutes-voice
beurtelings ingesteld op ON of OFF.
VIBRATO DEPTH Hiermee wordt de vibratodiepte ingesteld op een van drie niveaus:
1 (laag), 2 (midden) of 3 (hoog).
Footage:
De term 'voetmaat' refereert aan
de klankopwekking met
traditionele orgelpijpen, waarbij
het geluid wordt geproduceerd
door pijpen met verschillende
lengten (in voeten).
16' ← → 5 1/3'
U kunt bepalen welk register (16' of 5 1/3') wordt bediend met de knop
[1
π†
] door op de knop [D] te drukken.
16'–1'
Hiermee wordt het basisgeluid bepaald van de organ flutes. Hoe langer
de pijp, hoe lager de toonhoogte. Vandaar dat de instelling 16' (16 voet)
de component vormt met de laagste toonhoogte van het geluid, terwijl
de instelling 1' de component vormt met de hoogste toonhoogte. Hoe
groter de ingestelde waarde, hoe hoger het volume van het betreffende
register. Door de verschillende volumes van de voetmaten te mengen
kunt u uw eigen onderscheidende orgelgeluiden maken.