Operation Manual

Voice maken—Voice Set
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
105
Voices gebruiken, maken en bewerken
VOLUME/ATTACK
EFFECT/EQ
Dezelfde parameters als in de tab 'EFFECT/EQ' van VOICE SET die wordt
beschreven op pagina 102.
VOL Hiermee stelt u het totaalvolume in van de Organ Flutes.
Hoe langer de grasche balk is, hoe meer volume.
RESP Heeft invloed op zowel het attack- als het release-gedeelte
(pagina 101) van het geluid door de responstijd te verlengen of te
verkorten van het aanzwellen en uitsterven, gebaseerd op de
FOOTAGE-regelaars. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer het
aanzwellen en uitsterven.
VIBRATO SPEED Hiermee wordt de snelheid bepaald van het vibrato-effect, dat
wordt geregeld door de parameters Vibrato On/Off en Vibrato Depth
op de vorige pagina.
MODE Met de regelaar MODE wordt tussen twee modi geschakeld: FIRST
en EACH. In de modus FIRST wordt attack alleen toegepast op de
eerste noten die worden gespeeld en tegelijkertijd worden
vastgehouden. Terwijl deze eerste noten worden vastgehouden,
wordt er geen attack toegepast op alle noten die daarna worden
gespeeld. In de modus EACH wordt attack toegepast op alle noten.
4', 2 2/3', 2' Met deze parameters wordt het attack-geluidsvolume van de
ORGAN FLUTES-voice bepaald. Met de instellingen 4', 2-2/3' en 2'
wordt de hoeveelheid attack-geluid bij de corresponderende
voetmaten vergroot of verkleind. Hoe langer de grafische balk, hoe
hoger het attack-geluidsvolume.
LENG Deze parameter beïnvloedt het attack-gedeelte van het geluid
waardoor een langere of kortere decay (uitsterftijd) onmiddellijk na
de aanvangs-attack wordt geproduceerd. Hoe langer de grafische
balk, hoe langer de decay.
Automatische selectie van voice-sets (effecten, enz.)
uitschakelen
Elke voice is gekoppeld aan de bijbehorende parameterinstellingen die
worden aangegeven in de displays van VOICE SET, met inbegrip van effecten
en EQ. Gewoonlijk worden deze instellingen automatisch opgeroepen
wanneer een voice wordt geselecteerd. U kunt deze functie echter ook
uitschakelen met de hieronder beschreven handeling in de desbetreffende
display.
Als u bijvoorbeeld de voice wilt wijzigen maar hetzelfde Harmony-effect
wilt behouden, stelt u de parameter HARMONY/ECHO in op OFF (in de
hierna beschreven display).
Deze instellingen kunnen afzonderlijk worden ingesteld op
toetsenbordgedeelte en op parametergroep.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [E] REGIST.SEQUENCE/FREEZE/VOICE SET TAB [
][
®
]
VOICE SET
2 Selecteer een toetsenbordgedeelte met de knoppen [A]/[B].
3 Gebruik de knoppen [4
ππ
ππ
]–[7
ππ
ππ
] om het automatisch oproepen
van de instellingen afzonderlijk voor elke parametergroep in of uit
te schakelen (ON of OFF).
Zie de Data List voor een overzicht van de parameters in elke
parametergroep. De Data List is verkrijgbaar via de website van Yamaha.
(Zie pagina 5.)