Operation Manual

De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, maken en bewerken
Style Creator
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
126
GROOVE
Hiermee kunt u swing toevoegen aan de muziek of de 'feel' (het gevoel) van de
beat veranderen door subtiele verschuivingen in de timing (kloksignalen) van de
stijl te maken. De Groove-instellingen worden toegepast op alle kanalen van de
geselecteerde stijl.
DYNAMICS
Hierdoor wordt de aanslagsnelheid/het aanslagvolume (of accent) van bepaalde
noten gewijzigd bij het afspelen van stijl. De Dynamics-instellingen worden
toegepast op alle kanalen van de geselecteerde stijl.
ORIGINAL BEAT Geeft de tellen aan waarop de Groove-timing wordt toegepast.
Het komt erop neer dat als '8 Beat' is geselecteerd, Groove-timing
wordt toegepast op de achtste noten; als '12 Beat' is geselecteerd, wordt
Groove-timing toegepast op achtstentriolen.
BEAT CONVERTER Wijzigt in feite de timing van de tellen (zoals opgegeven in de
parameter ORIGINAL BEAT hiervoor) in de geselecteerde waarde.
Als bijvoorbeeld ORIGINAL BEAT is ingesteld op '8 Beat' en BEAT
CONVERTER is ingesteld op '12', krijgen alle achtste noten in de sectie
de timing van een achtstentriool. De '16A' en '16B' Beat Converter die
verschijnen als ORIGINAL BEAT is ingesteld op '12 Beat' zijn variaties
op de standaardinstelling voor zestiende noten.
SWING Produceert een 'swing'-gevoel door de timing van de back-beats te
verschuiven, afhankelijk van de hiervoor genoemde parameter
ORIGINAL BEAT. Als bijvoorbeeld de opgegeven ORIGINAL BEAT-
waarde '8 Beat' is, vertraagt de Swing-parameter selectief de 2e, 4e, 6e
en 8e tel van elke maat om een swinggevoel te maken. De instellingen
'A' tot 'E' geven verschillende gradaties van swing, waarbij 'A' de meest
subtiele en 'E' de meest uitgesproken vorm is.
FINE Selecteert een verscheidenheid aan 'Groove-templates' (sjablonen) die
op de geselecteerde sectie worden toegepast. De 'PUSH'-instellingen
zorgen ervoor dat bepaalde tellen eerder worden gespeeld, terwijl
'HEAVY'-instellingen de timing van bepaalde tellen vertragen.
De genummerde instellingen (2, 3, 4, 5) bepalen op welke tellen ze
invloed hebben. Alle tellen tot aan de aangegeven tel (maar niet de
eerste tel) wordt eerder of later gespeeld (bijvoorbeeld de 2e en 3e tel,
als '3' is geselecteerd). In alle gevallen geven de 'A'-typen een
minimumeffect, 'B'-typen een gemiddeld effect en 'C'-typen een
maximumeffect.
KANAAL Hiermee wordt het gewenste kanaal (gedeelte) geselecteerd waarop
Dynamics moet worden toegepast.
ACCENT TYPE Hiermee wordt het type accent bepaald dat moet worden toegepast.
Met andere woorden, welke noten in de/het gedeelte(n) worden
benadrukt door de Dynamics-instellingen.
STRENGTH Hiermee wordt bepaald hoe sterk het geselecteerde accenttype
(hierboven) wordt toegepast. Des te hoger de waarde, des te sterker
het effect.
EXPAND/COMP. Hiermee wordt het bereik aan aanslagsnelheidswaarden uitgebreid of
verminderd. Met waarden van meer dan 100% wordt het dynamische
bereik vergroot, terwijl met waarden van minder dan 100% het
dynamisch bereik wordt verkleind.
BOOST/CUT Hiermee worden alle aanslagsnelheidswaarden in de/het geselecteerde
sectie/kanaal versterkt (boost) of gedempt (cut). Waarden boven 100%
versterken de totale aanslagsnelheid, terwijl waarden onder 100%
deze dempen.