Operation Manual

De automatische begeleidingsstijlen gebruiken, maken en bewerken
Style Creator
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
128
Instellingen voor indeling van stijl-file maken
(PARAMETER)
Speciale parameterinstellingen die zijn
gebaseerd op de indeling van de stijl-file
De hier geboden uitleg is van toepassing wanneer u de tab PARAMETER selecteert
in stap 4 van 'Basisprocedure voor het bewerken van stijlen' (pagina 124).
1 Druk op de knop [A]/[B] om het bewerkingsmenu (pagina 129)
te selecteren.
Het bewerken van gegevens met
de indeling van een stijl-file
heeft alleen betrekking op
nootconversie. Het bewerken
van ritmekanalen heeft hierop
geen invloed.
In de indeling van de stijl-file (Style File Format of SFF)
wordt alle expertise van Yamaha op het gebied van
automatische begeleiding (afspelen van stijl)
samengebracht in één enkele uniforme indeling. Met de
Style Creator kunt u profiteren van de kracht van de SFF-
indeling, zodat u de vrijheid hebt om uw eigen stijlen
te maken.
Het overzicht rechts geeft een indruk van de manier
waarop de stijl wordt teruggespeeld. (Dit is niet van
toepassing op de ritmetrack). Deze parameters kunnen
worden ingesteld via de functie Style Creator.
Bronpatroon
Afhankelijk van de gekozen grondtoon en akkoordsoort,
is er een verscheidenheid aan afspeelmogelijkheden voor
de noten van de stijl. De stijlgegevens wordt op de juiste
manier geconverteerd, afhankelijk van de
akkoordwijzigingen die u aanbrengt tijdens uw spel.
Deze basisstijlgegevens die u met de Style Creator maakt
wordt het 'Bronpatroon' genoemd.
Noottransponering
Deze parametergroep beschikt over twee parameters die
bepalen hoe de noten van het bronpatroon moeten
worden geconverteerd, als reactie op
akkoordwisselingen.
Overige instellingen
Met de parameters van deze groep kunt u nauwkeurig
afstellen hoe het afspelen van stijl moet reageren op de
akkoorden die u speelt. Met de parameter Note Limit
(nootlimiet) kunt u bijvoorbeeld de voices van de stijl zo
realistisch mogelijk laten klinken door de toonhoogte
naar een authentiek bereik te verschuiven zodat u er
zeker van bent dat er geen noten klinken die buiten het
natuurlijke bereik van het feitelijke instrument vallen
(bijv. te lage noten van een piccolofluit).
Bronpatroon
SOURCE ROOT
(Akkoordgrondtooninstelling van een
bronpatroon)
SOURCE CHORD
(Akkoordsoortinstelling van een bronpatroon)
Noottransponering
NTR
(NootTransponeringsRegel die
wordt toegepast op de
akkoordgrondtoonwijzigingen)
NTT
(NootTransponeringsTabel die wordt
toegepast op de akkoordsoortwijzigingen)
Akkoordwisseling via
het akkoordgedeelte
van het toetsenbord.
Overige instellingen
HIGH KEY
(De bovengrens van de octaven van de
noottransponering naar aanleiding van de
akkoordgrondtooninstelling)
NOTE LIMIT (nootbereik waarbinnen een
noot klinkt)
RTR
(Retrigger-regels waarmee wordt bepaald
hoe noten die tijdens akkoordwisselingen
worden vastgehouden, moeten worden
behandeld.
Uitvoer
3
1
2
4