Operation Manual

Het instrument gebruiken
met andere apparaten
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
195
Bepaalde functies toewijzen aan
de verschillende voetpedalen
De functies die standaard zijn toegewezen aan de
aangesloten voetschakelaar of voetregelaar kunnen
worden gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld de
voetschakelaar gebruiken om het afspelen van stijl te
starten/stoppen, of de voetregelaar gebruiken om de
toonhoogte te beïnvloeden.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [
][
®
]
FOOT PEDAL
2 Gebruik de knoppen [A]/[B] om één van de twee
voetpedalen te selecteren waaraan de functie
moet worden toegewezen.
3 Selecteer met de knop [1
ππ
ππ
] de functies die
moeten worden toegewezen aan het pedaal dat
is opgegeven in stap 2.
Verderop vindt u een overzicht met de details van de
pedaalfuncties.
4 Gebruik de knoppen [2
ππ
ππ
]–[8
ππ
ππ
] om de
details van de geselecteerde functies in
te stellen.
De beschikbare parameters verschillen, afhankelijk
van de functie die in stap 3 is geselecteerd. Details
over de parameters worden gegeven op pagina 196.
5 Controleer of de gewenste functie regelbaar is
met het pedaal door daadwerkelijk het pedaal in
te drukken.
Als u de pedalen gebruikt om naar de Registration
Memory-instellingen te schakelen (pagina 138),
zijn deze instellingen ongeldig.
OPMERKING
De polariteit van het pedaal instellen
De werking van Pedaal aan/uit kan verschillen,
afhankelijk van het specifieke pedaal dat u op het
instrument hebt aangesloten. Bij het ene paneel kunt u
bijvoorbeeld door het in te drukken de geselecteerde
functie aanzetten, terwijl u door het indrukken van een
pedaal van een ander fabrikaat/merk de functie juist
uitzet. Gebruik, indien nodig, deze instelling om de
werking om te draaien. Druk op de knop [I] (PEDAL
POLARITY) om de polariteit om te draaien.
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])