Operation Manual

Het instrument gebruiken
met andere apparaten
PSR-S900/S700 Gebruikershandleiding
207
MIDI-instellingen
MIDI-systeeminstellingen
De hier geboden uitleg heeft betrekking op de display
SYSTEM, die wordt opgeroepen in stap 4 van de
'Basisbediening' op pagina 204.
LOCAL CONTROL
Zet de lokale besturing voor elke part aan of uit.
Als Local Control is ingesteld op 'ON', bestuurt het
toetsenbord van het instrument zijn eigen (lokale)
interne toongenerator, waardoor de interne voices
direct vanaf het toetsenbord kunnen worden bespeeld.
Als u Local op 'OFF' instelt, worden het toetsenbord en
de regelaars intern losgekoppeld van de
toongeneratorsectie van het instrument, zodat er geen
geluid wordt geproduceerd als u het toetsenbord
bespeelt of de regelaars gebruikt. Dit maakt het u
bijvoorbeeld mogelijk om een externe MIDI-sequencer
te gebruiken om de interne voices van het instrument te
bespelen, en het toetsenbord te gebruiken om noten op
te nemen in de externe sequencer en/of een externe
toongenerator te bespelen.
Klokinstelling, enz.
CLOCK
Bepaalt of het instrument wordt bestuurd door zijn
eigen interne clock of een MIDI-clocksignaal ontvangt
van een extern apparaat. INTERNAL is de normale
klokinstelling als het instrument afzonderlijk wordt
gebruikt of als een masterkeyboard om externe
apparaten te besturen. Als u het instrument gebruikt met
een externe sequencer, MIDI-computer of ander MIDI-
apparaat en u wilt het synchroon laten lopen met het
externe apparaat, stelt u deze functie in op de
betreffende instelling: MIDI, USB 1 of USB 2. Zorg er in
dit geval voor dat het externe apparaat correct is
aangesloten (bijvoorbeeld op de MIDI IN-aansluiting
van het instrument), en dat het op de juiste manier een
MIDI-kloksignaal uitzendt. Als deze functie is ingesteld
voor besturing door een extern apparaat (MIDI, USB 1
of USB 2), wordt het tempo als 'Ext.' Aangegeven in de
hoofddisplay.
TRANSMIT CLOCK
Hiermee wordt de MIDI-klokverzending (F8) aan- of
uitgezet. Als deze functie is ingesteld op OFF, worden
er geen MIDI-kloksignalen of Start/Stop-gegevens
uitgezonden, zelfs niet als er een song of stijl wordt
afgespeeld.
RECEIVE TRANSPOSE
Hiermee wordt bepaald of de transponeerinstelling
(pagina 61) van het instrument wel of niet wordt
toegepast op de nootgebeurtenissen die het instrument
via MIDI ontvangt.
START/STOP
Hiermee wordt bepaald of binnenkomende FA (start)-
en FC (stop)-berichten invloed hebben op het afspelen
van songs of stijlen.
MESSAGE SW
SYS/EX.
Met de 'Tx'-instelling wordt de MIDI-verzending van
systeemeigen MIDI-berichten aan- of uitgezet. Met de
'Rx'-instelling wordt de MIDI-ontvangst en -herkenning
van systeemeigen MIDI-berichten, die worden
gegenereerd door externe apparatuur, aan- of uitgezet.
CHORD SYS/EX.
Met de 'Tx'-instelling wordt de MIDI-verzending van
akkoordeigen MIDI-gegevens (akkoorddetectie:
grondtoon en soort) aan- of uitgezet. Met de 'Rx'-
instelling wordt de MIDI-ontvangst van akkoordeigen
MIDI-gegevens, die wordt gegenereerd door externe
apparatuur, aan- of uitgezet.
MIDI-verzendinstellingen
De hier geboden uitleg heeft betrekking op de display
TRANSMIT, die wordt opgeroepen in stap 4 van de
'Basisbediening' op pagina 204. Hiermee wordt
bepaald welke gedeelten MIDI-gegevens verzenden en
over welk MIDI-kanaal de gegevens worden verzonden.
Procedure
Selecteer het gedeelte dat moet worden verzonden en
het kanaal waarover het geselecteerde gedeelte wordt
verzonden. U kunt ook bepalen welke gegevenstypen
moeten worden verzonden.
Met uitzondering van de twee volgende
gedeelten is de configuratie van de gedeelten
hetzelfde als reeds elders in deze handleiding
is uitgelegd.
UPPER
Het toetsenbordgedeelte dat op de rechterhelft van het
toetsenbord vanaf het splitpunt wordt bespeeld, voor de
voices (RIGHT1 en/of 2).
LOWER
Het toetsenbordgedeelte dat op de linkerhelft van het
toetsenbord vanaf het splitpunt wordt bespeeld, voor de
voices. Dit wordt niet beïnvloed door de aan/uit status
van de [ACMP] knop.
Display SYSTEM
Display TRANSMIT