User Manual

Table Of Contents
PSR-SX900/SX700 Gebruikershandleiding 115
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Algemeen
Er is een klik of plop te horen als het
instrument wordt aan- of uitgezet.
Dit is normaal. Het instrument wordt voorzien van elektrische stroom.
Het instrument wordt automatisch
uitgeschakeld.
Dit is normaal en is het gevolg van de automatische uitschakelfunctie. Stel indien nodig de
parameter van de automatische uitschakelfunctie in (pagina 21).
Er komen vreemde geluiden uit het
instrument.
Er zijn bijgeluiden hoorbaar als er een mobiele telefoon in de buurt van het instrument
wordt gebruikt of als de telefoon overgaat. Zet de mobiele telefoon uit of gebruik deze op
grotere afstand van het instrument.
Er komt ruis uit de luidsprekers van het
instrument of de hoofdtelefoon wanneer u
het instrument samen met een iPhone-/iPad-
app gebruikt.
Als u het instrument samen met een iPhone-/iPad-app gebruikt, adviseren we u om de
modus Airplane op uw iPhone/iPad in te stellen op ON, om bijgeluiden als gevolg van
communicatie te vermijden.
De LCD bevat enkele puntjes die altijd of
nooit branden.
Dit probleem doet zich af en toe voor in TFT-LCD's. Het wordt veroorzaakt door defecte
pixels maar vermindert de goede werking niet.
Er is een klein verschil in geluidskwaliteit
tussen verschillende gespeelde noten op het
keyboard.
Dit is normaal en is een gevolg van het samplingsysteem van het instrument.
Sommige voices hebben een herhalend geluid.
Er is wat ruis of vibrato merkbaar bij de hogere
toonhoogten, afhankelijk van de voice.
Het totale volume is te laag of er is geen
geluid te horen.
Het hoofdvolume kan te laag zijn ingesteld. Stel het in op een passend niveau met de
[MASTER VOLUME]-draaiknop.
Alle keyboardgedeelten zijn uitgeschakeld. Druk op de PART ON/OFF [RIGHT 1]/[RIGHT
2]/[RIGHT 3]/[LEFT]-knop om de desbetreffende gedeelten in te schakelen (pagina 44).
Het volume van de afzonderlijke parts kan ook te laag zijn ingesteld. Verhoog het volume
via de Mixer-display (pagina 80).
Zorg ervoor dat het gewenste kanaal aanstaat in de Mixer-display (pagina 82).
Er is een hoofdtelefoon aangesloten, waardoor de luidsprekers worden uitgeschakeld.
Haal de hoofdtelefoon los.
Sluit de voetschakelaar aan op de juiste aansluiting.
Zorg dat de instelling voor Speaker 'On' of 'Headphone switch' is: [MENU] [Utility]
Het geluid klinkt vervormd of ruist. Het volume kan te hoog zijn gezet. Zorg ervoor dat alle relevante volume-instellingen
passend zijn.
Dit kan worden veroorzaakt door bepaalde effecten of filterresonantie-instellingen.
Controleer het effect of de filterinstellingen en stel ze in de Mixer-display correct in.
Raadpleeg daarbij de Reference Manual (Naslaggids) op de website.
Het geluid van de luidspreker wordt af en toe
onderbroken.
Het geluidsniveau is te hoog, zodat de beschermingsfunctie voor de luidspreker wordt
geactiveerd en het geluid stopt. Stel het geluid in op een geschikt niveau door het omlaag
te draaien met de draaiknop [MASTER VOLUME].
Niet alle tegelijkertijd gespeelde noten
klinken.
Mogelijk wordt de maximale polyfonie van het instrument overschreden. Als de maximale
polyfonie wordt overschreden, vallen eerst de minst belangrijke noten weg (zoals zachte
noten en momenteel wegstervende noten).
Het keyboardvolume is lager dan het volume
waarmee de stijl/song wordt afgespeeld.
Het volume van de keyboardgedeelten is mogelijk te laag ingesteld. Verhoog het volume
via de Mixer-display (pagina 80).
De hoofddisplay verschijnt niet, zelfs niet als
het instrument wordt aangezet.
Dit probleem kan optreden als een USB-flashstation is geïnstalleerd in het instrument.
Installatie van sommige USB-flashstations kan resulteren in een lang interval tussen het
moment waarop het instrument wordt aangezet en het verschijnen van de Home-display.
U kunt dit voorkomen door het instrument aan te zetten nadat u het apparaat hebt
losgekoppeld.
Sommige tekens van de naam van
bestanden/mappen zijn onleesbaar.
De taalinstellingen zijn gewijzigd. Stel de juiste taal in voor de naam van het bestand/de
map (pagina 21).
Een bestaand bestand wordt niet
weergegeven.
Mogelijk is de bestandsextensie (.MID enz.) gewijzigd of gewist. Hernoem het bestand
handmatig op een computer, waarbij u ervoor zorgt de juiste extensie te gebruiken.
Gegevensbestanden waarvan de naam langer is dan 50 tekens kunnen niet worden
gebruikt op het instrument. Hernoem het bestand en zorg ervoor dat de naam 50 tekens of
minder bevat.