Owner’s Manual

18 Nl
Verbinding maken met een netwerk
Door Wireless Direct te gebruiken, kan dit toestel als een
draadloos toegangspunt voor het netwerk fungeren waar
mobiele toestellen rechtstreeks verbinding mee kunnen
maken.
Als het toestel met Wireless Direct op het netwerk is aangesloten,
kan het geen verbinding maken met een andere draadloze router
(toegangspunt). Om inhoud van internet af te spelen, sluit u dit
toestel met een bekabelde of draadloze router (toegangspunt) aan
op een netwerk.
1 Druk op SETUP.
2 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
y
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
4 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“W.Direct” te selecteren en druk op ENTER.
5 Druk op ENTER om de SSID te controleren en
druk op RETURN voor het vorige scherm.
6 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Security” te selecteren en druk op ENTER.
7 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om de
gewenste beveiligingsmethode te selecteren
en druk op RETURN.
Instellingen
None, WPA2-PSK (AES)
Als u “None” selecteert, kan de verbinding onveilig zijn omdat de
communicatie niet versleuteld is.
8
Gebruik de cursortoetsen (
/
) om “Security
Key” te selecteren en druk op ENTER.
9 Gebruik de cursortoetsen om de
beveiligingssleutel op dit toestel in te voeren
en druk op RETURN voor het vorige scherm.
Voer een reeks met 8 tot 63 tekens in of 64
hexadecimale cijfers.
Gebruik de cursortoetsen (/) om een teken te
selecteren en de cursortoetsen (/) om de
invoerpositie te verplaatsen.
U kunt een teken invoeren/verwijderen door te drukken
op PRESET
i
(invoeren) of PRESET
j
(verwijderen).
10 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connect [ENT]” te selecteren en druk op
ENTER om de instelling op te slaan.
De informatie over SSID en beveiligingssleutel is
vereist voor configuratie van een mobiel apparaat.
Als u de “SSID” selecteert in stap 5, kunt u de
geconfigureerde SSID op dit toestel controleren. Deze
SSID kan met de cursortoetsen worden gewijzigd.
11 Configureer de Wi-Fi-instellingen van een
mobiel apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het mobiele apparaat
voor meer informatie over instellingen van uw
mobiele apparaat.
(1) Schakel de Wi-Fi-functie in op het mobiele apparaat.
(2) Selecteer de SSID van dit toestel in de lijst van
beschikbare toegangspunten.
(3) Voer de beveiligingssleutel die werd
weergegeven tijdens Stap 9 in als u wordt
gevraagd om een wachtwoord.
Als “ERROR” verschijnt, controleert u de
beveiligingssleutel op dit toestel en herhaalt u stap 11.
Als “ERROR” niet verschijnt, is de verbinding
gelukt. Controleer of het toestel is verbonden met een
draadloos netwerk (p. 19).
12 Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Een mobiel apparaat direct met
het toestel verbinden (Wireless
Direct)
Opmerking
PRESET
MUTE
NOW PLAYING
RETURN
OPTION
VOLUME
MEMORY
ENTER
HOME
SETUP
ENTER
RETURN
SETUP
ENTER
Cursortoetsen
¡SSID
W.DIRECT
¡WPA2-PSK(AES)
W.DIRECT
Opmerking
KEY