Owner’s Manual

47 Nl
Verschillende functies configureren (menu SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Standby (Network Standby)
Bepaalt of het toestel kan worden ingeschakeld vanaf
andere apparaten in het netwerk (netwerkstand-by).
Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die andere netwerkapparaten wordt weergegeven.
1 Selecteer “Network Name”.
Raadpleeg voor informatie over het selecteren van
een menuoptie de behandelde stappen op pagina 45.
2 Druk op ENTER om het scherm voor het
bewerken van de naam te openen.
3 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om een
teken te selecteren en ( / ) om de
invoerpositie te verplaatsen.
U kunt een teken invoeren/verwijderen door te
drukken op PRESET i (invoeren) of PRESET j
(verwijderen).
4 Druk op ENTER om de nieuwe naam te
bevestigen.
5 Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Update (Network Update)
Werkt de firmware bij via het netwerk.
Configureert de Bluetooth-instellingen.
On/Off
Schakelt de Bluetooth-functie in/uit (p. 34).
Standby (Bluetooth Standby)
Bepaalt of de functie die het toestel inschakelt vanaf
andere Bluetooth-apparaten, moet worden ingeschakeld/
uitgeschakeld (Bluetooth-stand-by). Als deze functie is
ingesteld op “On”, wordt het toestel automatisch
ingeschakeld als een verbindingsbewerking wordt
uitgevoerd op het Bluetooth-apparaat.
y
Deze instelling is niet beschikbaar als “Standby (Network
Standby)” (p. 47) is ingesteld op “Off”.
Audio Receive
Ontvangt audiodata van het Bluetooth-apparaat.
Off Schakelt de netwerkstand-byfunctie uit.
On
Schakelt de netwerkstand-byfunctie in.
(Het toestel verbruikt meer stroom dan wanneer
“Off” is geselecteerd.)
Auto
(standaard)
Schakelt de netwerkstand-byfunctie in. Het toestel
schakelt over op energiebesparingsmodus als het
acht uur lang niet meer op het netwerk is
aangesloten.
Perform
Update
Start het proces voor het bijwerken van de
firmware van het toestel. Zie “De firmware van
het toestel bijwerken via het netwerk” (p. 51)
voor details.
Version
Geeft de versie weer van de firmware die op het
toestel is geïnstalleerd.
ID Geeft het systeem-ID-nummer weer.
SP A
R-N402 XXXXXX
NET NAME
R-N402 (voorbeeld)
SP A
R-N402 XXXXXX›
NET NAME
R-N402 (voorbeeld)
Bluetooth
Off Schakelt de Bluetooth-functie uit.
On
(standaard)
Schakelt de Bluetooth-functie in. Onmiddellijk
na het selecteren van de “On”, wordt de uitvoer
van de netwerkbron gepauzeerd.
Off Schakelt de Bluetooth-stand-byfunctie uit.
On
(standaard)
Schakelt de Bluetooth-stand-byfunctie in. (Het
toestel verbruikt meer stroom dan wanneer “Off”
is geselecteerd.)
Disconnect
Verbreekt de verbinding met het aangesloten
Bluetooth-apparaat. Om het Bluetooth-apparaat
te ontkoppelen, drukt u op ENTER.